ca. 1954
Om al die herinneringen uit je geheugen los te weken, wordt, hoe ouder je wordt, steeds moeilijker. Daarbij gooi ik alles door elkaar. Niet dat ik al dement ben, maar het gaat natuurlijk wel die kant op! Dat is maar gekkigheid. Ik schrijf wel alles wat ik me herinner onmiddelijk op. Daarna kan ik het wel rangschikken op de juiste volgorde. Vroeger was alles beter hoor je wel eens. Maar ik ben blij dat ik in dit geval een computer tot mijn beschikking heb. Anders had alles met een afgekloven potloodje gedaan moeten worden!
Ik, en ook mijn broer, zat op de lagere St.Gregoriusschool in de Van Beuningenstraat. We hadden verschillende meesters en een juffrouw. Meester Jansen heette de meester van de zesde klas. Hij was tevens hoofd van de school. Dat was een heel aardige man. Bijgehouden werd wel hoeveel keer je naar de vroege mis (voor schooltijd) in de kerk was geweest. Degene die de meeste keren geweest was kreeg een boek aan het eind van het schooljaar. Ik dacht dat ik ook een keer in de prijzen ben gevallen. Ik kreeg een boek over Puk en Muk. Daar was je toen heel erg blij mee, want de verhalen van Puk en Muk waren heel spannend.
ca. 1956
We waren in die tijd ook lid van de bibliotheek. De bieb zat ook in de Van der Hoopstraat tegenover onze kolenboer. Ik leende drie boeken in de week en las ze allemaal uit. Meestal jongensboeken van Willy van der Heide. De avonturen van de drie jongens gingen er bij mij in als koek. Dat kwam ook omdat het zich grotendeels afspeelde in Amsterdam. En dan de strip in de krant van Eric de Noorman. Daar werd wel eens om gevochten. Ik knipte ze allemaal uit en plakte ze in schriften. Gekkenwerk, want later heb ik ze in een vlaag van verstandsverbijstering allemaal weggegooid!
Ik knipte trouwens alle belangrijke nieuws uit wat in de krant stond. Dat plakte ik dan in schriften. Ik zei het al, gekkenwerk, zoiets doe je alleen als je getikt ben, ik dus. Wat ik overgehouden heb is een paar plakboeken over de watersnoodramp in 1953 en een plakboek over de moord op president Kennedy. De knipgekte is trouwens nooit helemaal overgegaan (geen medicijnen). Af en toe betrap ik mij er op dat ik nog iets uit sta te knippen. Vooral knipsels over Amsterdam hebben mijn belangstelling. En niet alleen knipsels, hele kranten met verschrikkelijke, opzienbarende of droevige koppen over de hele pagina uitgesmeerd, komen in aanmerking voor opslag in mijn archief.
ca. 1960
Onder alle bedrijven door moest er ook nog eens gewerkt worden. Na de ambachtschool Concordia Inter Nos in de Frederik Hendrikstraat werd ik door de school te werk gesteld als timmerman bij een aannemer op de Jacob van Lennepkade. De buurt werd steeds kleiner. Toen mijn ouders verhuisplannen kregen en ze ook uitvoerden hadden we onze langste tijd gehad in de Staatsliedenbuurt. In 1960 verhuisden we naar een nieuwe 5 kamer etagewoning in het Overtoomse Veld. Ieder kreeg zijn eigen kamer. Ongehoord!
Gepubliceerd: 18 januari 2008