Die maandag 16 mei zouden wij in ondertrouw gaan en op 4 juni trouwen. Maar de donderdag voor onze ondertrouw werd mijn toekomstige man ziek, zware keel ontsteking, wat nu, zo konden we niet naar het stadhuis. Mijn vader wist raad, mijn toekomstige man zou thuis tekenen en ik ging dan naar het stadhuis, alleen. Leuk was anders, maar alles voor de trouwdag was al geregeld, dus vooruit maar. Maandag morgen ging de bel in de Bestevaerstraat waar ik woonde en stond er een taxi voor de deur met daarin mijn schoonvader in zijn goede pak. Hij had vrij genomen om met me mee te gaan zodat ik niet alleen hoefde. Toen we in het stadhuis aankwamen, zat er een zaal vol met bruidsparen, men ging toen nog massaal tegelijk in ondertrouw. Het eerste bruidspaar werd af geroepen met beginletter A, daarna B, enzovoort. Omdat onze naam met een V begon waren wij de laatste in de rij. Toen wij aan de beurt waren riep de bode "Bruidspaar de Vet". Ik stond op en sloot achter aan in de rij. Waarop de bode heel hard riep: "Bruidspaar de Vet", tegen mijn schoonvader. Die ging lachen en zei "ik hoor u wel, ik ben niet doof, maar dit is mijn schoondochter, mijn zoon is ziek dus kom ik met haar mee". Toen ging er een golf van gefluister door de lange rij "het is haar schoonvader, het is haar schoonvader". Pas op dat moment realiseerde ik me dat mijn schoonvader, inmiddels 60 jaar, voor mijn aanstaande man was aangezien en ik met mijn 19 jaar was me daar geen moment van bewust geweest. De bode moest lachen en zei "komt u toch maar mee dan is ze niet zo alleen".
Zo ben ik met mijn schoonvader in ondertrouw gegaan.