Eind jaren vijftig, begin jaren zestig, bestond mijn vrijdagnamiddag vier jaar lang uit een vast ritueel. ‘Tijd voor Teenagers’, het eerste tiener programma op de radio was net begonnen. Iedere vrijdagmiddag, tegen etenstijd, presenteerden eerst Dick Duster en later Herman Stok dit programma en was ik aan de radio gekluisterd. Daarna was het etenstijd. Na het eten haastte ik me naar dansles. De dansschool waar ik les had was die van Jan Musch, op de Admiraal de Ruyterweg vlak bij de Boom-kerk. Een aardig stukje lopen vanaf De Rijpgracht, ideaal als ‘warming-up’.
Mijn zus Betty vond al eerder dat ik moest leren dansen vandaar dat ik al jong op dansles zat. Als dertienjarige danste ik al in de Bellamystraat, bij Roel en Gerry van Gerven. Dit duurde een jaar, daarna vroeg Gerry Aaldriks mij het jongenstekort mee te helpen oplossen omdat zij zich met een stel schoolgenoten uit Slotermeer bij Musch had aangemeld. Weliswaar moest ik weer helemaal opnieuw beginnen, maar het leek me wel wat. Met mijn danservaring had ik een voorsprong en dat zou bij de dames ongetwijfeld indruk maken. Tenslotte had ik daar de leeftijd voor. Dansen was een bezigheid waarbij je meisjes geoorloofd vast mocht pakken. Tussen de buiken van een danspaar hoefde slechts ruimte voor een grammofoonplaat te blijven, doceerde meneer Musch.
Meneer en mevrouw Musch waren een al wat ouder echtpaar, dat de danspassen eerst van een papier afkeek, voordat ze aan ons werden voorgedaan. Beiden kwamen wat stijf over, maar eenmaal in de ‘demonstratie mode’ zag het er toch wel zwierig uit.
Morgen verschijnt Dansles (2).