Achteraf kan geconstateerd worden dat de lessen degelijk waren en net aan bij de tijd. Naast de drie ‘ballroom’ iconen, Engelse wals, Quickstep (foxtrot) en Tango, leerden we ook de Valeta, Slow fox, Rumba, Jive en de Twist. Allemaal in vier jaar en het leverde mij brons, zilver en goud op.
Belangrijker nog dan het dansen vond ik de ‘dames’. De meeste tijd dansten we met een vaste partner. Als eerste was dat Corry van dezelfde school uit Slotermeer, met haar mocht ik ook mee naar een schoolfeest in Bellevue. Corry was behoorlijk ‘gevuld’, af en toe werd mij dat, voor mijn gevoel uitdagend opgedrongen. Wat ik daarmee aan moest onderzocht ik toen nog. Later kwam dit allemaal goed. Corry ging van dansles af en een schoonheidsspecialiste, waarvan ik de naam niet meer weet, nam haar plaats in. Zij droeg bij voorkeur mohairtruitjes en die voelden zo lekker aan.
Naar vrij dansen, op zondagavond, ging ik zelden. Die ene keer dat ik daarbij wel aanwezig was, ging het ook nog fout. Natuurlijk moest er een spelletje gespeeld worden. ‘Hoedje doorgeven’, degene die het hoedje op z’n hoofd had wanneer de muziek stopte, viel af. Ik werd samen met mijn partner winnaar. Daarvoor moest ik wel mijn naaste belagers zo’n ‘zwiepert’ verkopen, dat zij door de ruit van de aangrenzende garderobe gingen. Daardoor ging waarschijnlijk de prijs aan onze neus voorbij. Meneer Musch was duidelijk niet blij.