Geboren in 1935 kwam ik in 1937 te wonen in de Orteliusstraat tussen de Jan Evertsenstraat en de Jan van Galenstraat. De bouw van ons blok lag stil vanwege de komende oorlog, het was maar half afgebouwd en zodoende keken we van af 3-hoog (de huizen aan de Orteliuskade waren er nog niet) over de landerijen van Dirk van de Broek, de ringdijk en het Jan van Galenbad. Ik ging op de Jan Eversenschool - die werd bezet, dacht ik in ‘42 of '43, door het Duitse leger en ik moest op het Magalhaensplein op school voor de rest van de bezettingstijd. De soldaten kwamen dan in lange colonnes al zingend (dat konden ze heel goed) door onze straat en gingen naar de zandvlaktes voor oefeningen, het bouwen van bunkers en loopgraven aan de ringdijk. De jeugd werd in het begin getolereerd, maar later kon je een schop onder je achterste krijgen en was het afgelopen met de pret. Achter ons huis was het zand tot aan de kade: het speelterrein van de buurt jeugd, maar ook het zwembad. Het dames- en herenbad werd zomers vaak door de Wehrmacht overgenomen en deden we het maar met slootje springen; maar er zwaaide er wat als je bemodderd thuis kwam. Alle seizoenen hadden bepaalde spelletjes voor de jeugd en dat was overal zo het geval. Voor de jongens was het koppen en putteren orde van de dag en je had altijd een tennisbal (van Perry?) in je zak.
Toen in 1944 de honger hoogtij vierde werden de moestuinen aan de ringdijk ‘s nachts beroofd en de buit werd dan al slootje springend tot aan de kade gebracht, er was geen andere weg. Dat tafereel zag ik vanuit m'n bed, maar al gauw werd dat verraden, het hielp ook niet mee dat we NSB-ers in de straat hadden wonen. De soldaten lagen om de 10 meter achter de berm met het geweer in de aanslag de dieven op te wachten om ze te pakken te nemen. En het duurde niet lang of de dieven sloegen op de vlucht en werden beschoten. Ik heb de arme drommels zien sneuvelen als de sloot te breed was en ze het niet haalden. Later - ja ze gaven het nog niet op - werden ze vanuit het zolderraam met kaarslicht gewaarschuwd. Dat werd ook opgemerkt en de kop ingedrukt met salvo's, ik zie die officier nog staan; dreigend met z'n pistool.
Het verhaal van Joop is nog veel langer, klik hier om de rest te lezen.
Ik woon in Melbourne in Australië en ik hoorde van het Geheugen van Westen. Mijn naam is Joop de Waart, maar dat wordt hier als Joep uitgesproken vandaar dat ik hier John heet. Het is interessant om de verhalen van mensen te lezen over Amsterdam-West.