Winkels
Wij woonden in de Bestevaerstraat tegen over de Bloys van Treslongstraat. Links van uit ons huis had je de groenteman Veenstra, met een steeds leger wordende winkel en rechts op de hoek Lutjewinkel de melkboer. Een melkboer met een mevrouw achter de toonbank die er uit zag of ze de hele dag koeien stond te melken in de tuin. Zo’n frisse blozende Noord-Hollandse vrouw, die je toen wel meer in de stad zag.
We hadden ook zo,n schillenboer(in), met een paard-en-wagen kwam ze de schillen langs de huizen ophalen.
In de melkwinkel kon je verschillende boodschappen kopen. De klanten waren vriendelijk tegen haar, zij niet tegen ons, want je moest vanaf dinsdag de boodschappen op laten schrijven (want dan was het geld op) en dat betaalde je zaterdag dan weer als je vader zijn loon had ontvangen.
Beschuit op de bon
Je had bonnen voor brood, aardappelen, boter, brood enzovoort en er was een bon waar je ook een halve rol beschuit op kon krijgen.
Mijn moeder stuurde mij altijd naar de melkboer aan de overkant, maar ik kan me nog herinneren dat ze woest zelf ging toen ik met mijn “halve” rol beschuit thuis kwam. Wat bleek, een rol beschuit heeft 13 beschuiten (nog steeds) en ik kwam thuis met 6 beschuiten. Mijn moeder vroeg of ik er een had opgegeten en toen ik nee zei, werd ze woest en zei dat dat mens haar bestolen had en ging naar de winkel om haar ½ beschuit op te eisen.
Maar de melkvrouw, zich bewust van haar macht, zei dat ze geen ½ beschuiten verkocht en mijn moeder kon gaan.
Gepubliceerd: 25 oktober 2008