Verstopplek op zolder
Ik ben in 1953 geboren in de Antillenstraat op nummer 18. Een dag eerder werd mijn vriendin Anneroos geboren op nummer 19. Nu meer dan 50 jaar later zijn wij nog steeds bevriend en delen onze herinneringen. Wij op 18 3-hoog woonden op de hoek. Er was geen balkon. Af en toe mocht ik bij Anneroos op het balkon spelen. Ik keek mijn ogen uit over al dat groen.
Bij ons op de zolder zat een groot gat in de muur achter het zogenaamde kolenhok Mijn Opa die nog bij ons inwoonde vertelde dat het in de oorlog werd gebruikt om je in te verstoppen. Ik kende het woord verstoppen alleen maar van een leuk spelletje. Veel later begreep ik dat het waarschijnlijk voor onderduikers werd gebruikt.
Straatbeeld
Ik herinner mij nog dat het draaiorgel door de straat reed. En de man met de bakfiets die altijd hard "voddoo"riep. Geen idee wat dat betekende, het klonk wel luid. Ik speelde veel met Anneroos en mijn zusje Yolanda op het Antillenplein en ik kan mij herinneren dat er een man was die altijd aan het vegen was. Zat er geen grote klem op één broekspijp? Vaag staat mij bij dat hij maar één been had. Dan begrijp ik die grote bezem niet.
Winkels in de buurt
Onder ons huis was de winkel van Swanink. Daar kochten mijn ouders de eerste koelkast, een wasmachine, T.V en een gashaard. Ook mijnheer Swanink liep met stokken. Achter in de jaren 50 reed hij in een Volkswagen. Ik kan mij de twee ruitjes in de achterkant nog herinneren. Hij heette Kever. Ik vond hem daar op lijken Alleen hij had ogen van achteren. Wij haalden de boodschappen bij van der Kluft de groenteboer, bij De Boer de melkboer, Voortallen de drogist, de Gruyter, de Coöp en de Vana op de hoofdweg.
Steeds meer auto’s
Langzamerhand verschenen er meer auto's in de straat. Stoepie met de bal werd lastig. Het straatbeeld veranderde. Vroeger reed alleen de familie Tielkemeyer op zondag keurig gekleed met hoedjes op naar de kerk in de auto. Nu vertrokken zij bijna gelijktijdig met de familie Prins, die in het spierwit gekleed waren met tennisrackets in de hand naar de tennisbaan. Een uurtje later gingen wij 's zomers met korte broeken en plastic schoenen naar beneden. Ook wij hadden een auto, een fiat 500. Ons gezin ging dan een dagje bermtoerisme doen. Wij zaten dan gezellig langs de weg ons te verbazen over het drukke verkeer.