Handkar
Wie kent nog de situatie zoals op de foto weergegeven. Hier lag overdag vele jaren een vuilnisschuit naast de verhoogde stortplaats. De kleine veegwagens van de gemeente werden hier geleegd, later werden dit kleine vrachtwagentjes met van die schuin aflopende zijkanten met kleppen. Niet alleen de gemeente maakte van deze stortplaats gebruik, ook particulieren en bedrijven losten hier hun vuil. Ik weet het nog goed dat we elke week enkele volle zakken met houtmot hier kwijt konden. De zakken wilden we wel hergebruiken dus we schudden ze ter plekke in de schuit leeg. Het gevolg was een enorme stofwolk die over het water en de kade neerdaalde. En dan werd er niet vrolijk gekeken. In de jaren zestig brachten we de zakken mot in jute zakken op onze handkar naar deze schuit. Die handkar viel zowat uit elkaar van ellende. Op een gegeven moment hadden we toestemming van onze werkgever (de baas) om ook de handkar te dumpen. We laadden de kar helemaal vol met rommel en zakken mot en togen naar de stortplaats. We vroegen wel toestemming om de kar te dumpen. De werfbaas keek naar de volgeladen handkar en mompelde toen: ‘Handkar? Gooiemdermaarin’. We hebben hem toen met drie man over de ijzeren stootrand gekregen en toen ging de rest vanzelf. Ik dacht en denk soms nog wel eens: dat was het einde van een handkarren-tijdperk.
Bakfiets
Natuurlijk zaten we niet direct zonder vrachtvervoer want we hadden nog een bakfiets in reserve. Zo’n doortrapper met een handrem in je kruis. Het was een hele kunst om vaart te minderen met die bakfiets. Als je iets te snel ging en je moest remmen schoof vaak heel de lading over de straat. Dan werd er ook niet vrolijk gekeken. Voor kleine vrachten zijn ze uitstekend geschikt maar verder ook niet. Uiteindelijk kregen we een tweede hands VW-bus tot onze beschikking. Dat was ook het moment dat er geen handkracht meer aan het vervoer van materialen te pas kwam. Toen rouwde daar niemand om. Toen niet. Nu denk ik met enige nostalgie terug aan die ‘zware tijd’.