Dit is nog eens een winter. Ze zeggen wel eens: "Koud? 's Winters als het vriest is het koud!" Maar nu is het toch koud en er ligt een pak sneeuw van heb ik jou daar. De natuur is prachtig, maar o wee, als je er in moet werken of rijden. Deze mensen verdienen eigenlijk een extra bonus en niet alleen een schouderklopje!
Ik zie uit het raam de takken van de lindebomen vol met sneeuw liggen en daarachter de lage huizen met de dik besneeuwde daken. Als 's avonds de kerstverlichting in de huizen en tuinen branden, is het echt een sprookje of het verhaal van Scroots and Marly. Het bekende kerstverhaal.
Maar eigelijk wil ik het meer over de jeugd hebben. Er is zoveel te spelen met de sneeuw. Maar je ziet geen jongelui meer spelen in de sneeuw, een sneeuwpop maken, een iglohut bouwen en ja zelfs sneeuwballen gooien zie je sporadisch.
Ja, dan grijp ik weer terug naar vroeger: toen hadden we zoveel sneeuwpret dat we met verkleumde handen en natte en bevroren kleding thuis kwamen. Je handen tintelden zo erg, je kon soms wel janken. Maar je had pret gehad.
Wij bouwden wel eens een iglo en 10 meter verder een andere iglo, en elkaar maar met sneeuwballen bekogelen. Sneeuwpoppen maken. De ene nog groter dan de andere. Maar we maakten ook wel eens straatjes schoon voor de mensen die in het benedenhuis woonden. Met twee vriendjes belden we aan en vroegen of we hun straatje mochten schoonmaken. Als we klaar waren met het karweitje belden we weer aan en meldden dat het schoon was en kregen we een dubbeltje of een stuiver. Eind van de dag was het pot verteren. Op naar bakker “Wolf” en snoeperij of gebakjes kopen.
Schaatsen heb ik op de straat geleerd. Het was toen zo ijzig dat je met schaatsen en slee het beste weg kwam. Als het donker inviel gingen we pas naar boven en was het uit met de pret. De kachel moest dan onze kleding weer drogen.