Na bijna acht jaar op een zolderkamer was de eengezinswoning een verademing voor de familie Heer. En dus verruilde ze maar wat graag de Jordaan voor het verre Westen, waar veel zand maar ook licht, lucht en ruimte te vinden was. “Ik heb altijd gezellig in de Jordaan gewoond, maar het ging gewoon niet meer,” vertelt mevrouw Heer vijftig jaar na de verhuizing. “Het kon me niet schelen waar we naartoe gingen, als het maar een groter huis was en wel in Amsterdam!”
Paleis
De ene na de andere ‘vreemdeling’ vestigde zich aan de Pieter Postsingel. Allemaal gezinnen met minstens twee kinderen. Het geheugen is ijzersterk. Opgeteld van hoek tot hoek (acht woningen) woonden er 27 kinderen in het rijtje van Heer en buren. Die van 106 en 108 hadden er ieder vijf. Heer had in november 1955 al een dochter (Carla) en twee zoons (Rinus en Hans) en kreeg de vierde — Marcel - in het nieuwe huis.
Stapelbedden in de twee slaapkamertjes, maar oh, wat was het een paleis.
Zandstormen
Mevrouw Heer en vele buren wonen er vijf decennia later nog. Vijf dames zijn inmiddels weduwe geworden. De kinderen zijn allemaal uitgevlogen. Wat rest is een handjevol nieuwe bewoners en een grote groep vitale oude van dagen. De zandstormen en het bouwlawaai van weleer zijn weer terug. De buurt gaat vandaag de dag flink op de schop. Mevrouw Heer kijkt uit op nieuwbouw. “Ach, zeven hoog.
Daar is mee te leven.”
Licht, lucht en ruimte vindt ze in Geuzenveld/Slotermeer nog steeds. Zoon Hans, opgegroeid met slagbal op braakliggend terrein, bekijkt tegenwoordig graag de vorderingen als ie even op bezoek is bij moeder. “Een goeie mix van woningen, hoor.” En ach, ze heeft een lekker stukkie tuin, vertelt zij met een knikje naar het groen dat aan de woonkamer grenst. Weggaan? Nooit! “Als je hier al vijftig jaar woont, moet je het wel naar je zin hebben.”