“Ik ben nog wel eens door Slotermeer gereden met de auto. Onherkenbaar veranderd!” Eén blik op de oude foto’s van Rob Vierveijzer die hij heeft meegenomen vanuit zijn huidige woonplaats Wognum verklaren zijn oprechte verbazing en lichte verontwaardiging. Wat een ruimte en wat een rust gaan er uit van deze beelden.
“We hebben nog op straat gebadmintond, gewoon een touwtje tussen twee lantaarnpalen spannen en klaar was Kees. Er waren zo weinig auto’s in de buurt dat we maar zelden opzij hoefden voor passerend verkeer. Of we schaatsten op het grasveld voor de huizen. In de strenge winter van 1963 — je weet wel, die van Reinier Paping — lieten de ouders een dun laagje water op het veld lopen, dat dan de dag er op een prachtige ijsvloer opleverde. ’s Avonds gingen we dan met keteltjes kokend water de boel egaliseren. De buurman had daar voor een enorme lamp op het ijs gericht. De ouderen schaatsten trouwens helemaal naar Haarlem.”
Rob Vierveijzer is tijdens ons gesprek niet meer te stoppen. Zijn hoofd zit vol met verhalen over hoe hij opgroeide in de Jacob van Maerlantstraat in Slotermeer. Als jongetje van acht kwam hij met zijn ouders vanuit Bos en Lommer naar het nieuwe Westen en vond hij daar waarlijk het paradijs. Als kind kon je het niet beter treffen.
“Het was een homogene groep buurtbewoners, de sociale controle was groot. Er werd op elkaars kinderen gepast. Toch was het geen volksbuurt in de klassieke zin van het woord. Men liet elkaar ook met rust. Verderop, ja daar was het anders, daar op de hoek van de Burgemeester van Leeuwenlaan en de Antoni Moddemanstraat. Je zag daar regelmatig mensen die gebogen over straat liepen, turend naar de grond. Bleek dat ze weggegooide sigarettenpeuken verzamelden en die oprookten. Er deden ook verhalen de ronde dat die mensen in de strenge winter van ’63 al hun deuren hadden opgestookt, zou koud was het.”
Alle romantische verhalen ten spijt, moet Rob aan de andere kant toegeven dat het in Nieuw West natuurlijk ook nog wel eens behelpen was. “Alles was nieuw, alles was tijdelijk en er werd constant maar gewerkt en gebouwd aan van alles en nog wat. Ik heb mijn hele schooltijd in noodgebouwen vertoefd. Niet één van die scholen was van steen. Het was allemaal koud, tochtig en krakkemikkig.”
Gelukkig heeft Rob er geen zichtbare schade aan over gehouden.
Reactie op 26-1-2006
Hoi Rob,
Leuk om ons op deze manier terug te zien, 'de initiatiefnemers van de reunie'.
Ik vind eigenlijk dat het tijd is voor een volgende reunie, 11 jaar na dato.
Wie neemt nu het initiatief?
Groetjes,
Anneke Baauw.