Zij tekende een poppetje op papier en ik mocht - als de zon in de kamer scheen - het popje uitbranden. Dat stonk wel een beetje maar bij oma mocht heel veel, jammer genoeg is zij veel te jong overleden!
Dan nog iets anders wat wij later met het vergrootglas deden en dat was niet zo netjes.
In die tijd waren de sturen van de fietsen bekleed met celluloid, zwart van kleur. We pulkten er stukjes van af, dan onder het vergrootglas en dat was voor ons zeer fascinerend. Het was zeer brandbaar en fikte dus in een mum van tijd. Ik denk dat de eigenaren van de fietsen dat niet leuk hebben gevonden.
Ook kalkten we vaak met krijt op de muren van huizen dat vonden de buren ook niet leuk! Waren we voor die tijd ook kleine crimineeltjes?
Nog even iets over celluloid, op de markt gebracht in 1872, door John Wesley Hyatt, om
biljartballen te bekleden ter vervanging van het daar voor veel gebruikte ivoor. In de jaren 50 veel gebruikt voor de bekende schildpadpoppen, maar door zijn brandbaarheid nu nog weinig gebruikt; uitzonderingen zijn tafeltennisballen en gitaarplectrums.