En ik monteerde die nepantennes aan de schoorsteen op ons platte dak. Hoe gevaarlijk was je niet bezig ..., daar had je geen benul van. Met lang touw en vijfduimers deed ik dat allemaal na, op de manier zoals Geerling van de Radio- en TV-zaak dat ook eed. Het touw kwam dan binnen in de zolderkamer en ging naar een sinaasappelenkist waar ik
onderin een vooroorlogse radio gezet had. Die had ik gekregen van Piet Elias; dat ding heb ik nog zelf uit de kelder onder zijn winkel moeten halen.
Hij deed wel niets, maar het was de kick. Boven op die radio zat een door mij gefabriceerde nep pick-up. Een spijker een bierviltje, een stokje met een naaimachinenaald - van mijn moeder - en schelledraad en een conservenblik. Een gejatte 78 toerenplaat die je met je vinger rond liet draaien deed de rest!
Omdat mijn vader zag dat ik altijd daar mee bezig was nam hij eens een hele grote speaker voor me mee. Wist ik veel dat je die draden niet in het stopcontact mocht steken. Op een middag stak ik ze dus daarin en kreeg een stroomstoot van jewelste. "Man, man, man, wat een misere", zelfs de hoofdstop was gesprongen, die beneden in een zwart kastje zat. Er moest speciaal een man komen van het G.E.B. om de schade te herstellen. En mijn moeder kreeg de rekening van 4 gulden. Dat was een hoop geld als je bedenkt dat de huur 11 gulden was.
Ja, zo gebeurde er wel eens iets waardoor ik heel vaak in de keuken voor straf sommetjes moest maken, of op mijn sodemieter kreeg.