Alhoewel de grote kerktoren aan vier kanten was voorzien van grote galmgaten, bezat de kerk geen klokkenspel. De kerk moest het doen met één kleine klok. Deze was opgehangen in een kleine klokkentoren. Hij werd door de koster via een lang touw in het achterportaal van de kerk geluid.
In de jaren ’50 wilde men toch met een luid gebeier van klokken de parochianen oproepen om ter kerke te gaan. Er werd in de sacristie een platenspeler neergezet en aangesloten op een grote buizenversterker. Hoog aan de grote toen werden 4 luidsprekers gemonteerd en in het vervolg klonk via een grote 78 toerenplaat het gebeier van vele klokken over de Spaarndammerbuurt en Staatsliedenbuurt.
Zelf weet ik mij ook nog te herinneren dat op een paaszaterdag om 12 uur vanaf de toen het Alleluja van Händl. Blij verrast waren de buurtbewoners toen op een zaterdagmiddag in november tijdens de intocht van Sinterklaas in de Spaarndammerbuurt, vrolijke sinterklaasliedjes vanuit de luidsprekers klonken.
Minder blij waren zij in de nacht van 24 op 25 december toen pastoor meende de gelovigen naar de nachtmis te moeten lokken met het afspelen van kerstliedjes
’s nachts om 2 uur. De nachtmissen in de jaren ’50 waren nog echt midden in de nacht. Hoe er eind is gekomen aan het gebruik van de grammofoonplaten kan ik mij niet meer herinneren.
Na de pastorie liep je eerst langs een donker groen geschilderde houten schutting, die doorliep tot het Sint Leo klooster van de zusters van de J.M.J. In de houten schutting was een aantal vitrines aangebracht waarin iedere dag een exemplaar van het katholieke avondblad “de Nieuwe Dag” werd opgehangen. Thuis hadden wij een abonnement op dit avondblad en in die tijd was mijn enige interesse de strip ‘Eric de Noorman’. Later - ik denk nadat de krant was opgehouden te bestaan - werd in de kersttijd achter de vitrine een kerststal opgesteld.
Morgen verder