Op de hoek op nummer 17 zat in 1940 Café Verhoeven. Deze winkel heb ik zelf niet meer als echt ‘café’ gekend. Wel als slijterij. Het was een vrij sombere winkel. Drank kwam bij ons thuis niet op tafel en als er al eens een uitzondering gemaakt werd, dan werd de sterke drank hier gehaald.
Op nummer 19 zat volgens de lijst uit 1940 een meubelmakerij Park. Die zal wel in de kelder gezeten hebben want ik ken alleen de woonhuizen er boven. De kelderdeur was altijd gesloten en wij vonden het altijd maar raadselachtig wat er zou kunnen zitten.
Nummer 21 - Houthandel P.S. Stoutenburg. tevens een aannemer van timmerwerk en ook hij zat in de kelder. Nummer 23 en 25 waren woonhuizen op de bel-etage. In de kelder van nummer 25 was een verfwinkeltje gevestigd. De nummers 27 tot en met 33 ken ik uitsluitend als woonhuizen.
Dat op nummer 31 in 1940 een Radio en Elektrische artikelenhandel P. Holland gevestigd was, kan ik me uit de vijftiger jaren niet herinneren. Ik ben zelf geboren in 1942.
De eerste echte winkel was op nummer 35. Drogisterij fa. J.J.W. Keyzer. De drogist werd door iedereen ook aangesproken met Meneer Keyzer, maar naderhand bleek mij dat hij feitelijk van Nimwege heette en hij woonde in de Westzaanstraat. Het was een echte drogist en liep altijd in witte jas. In de winkel werden naast verbandmiddelen, pilletjes en poeders ook zeep, eau de cologne en dergelijke verkocht. Achter in de winkel kon je via een steile, weliswaar brede, trap naar de kelder.
Hier verkocht hij verf, stopverf en glas. Mijn vader was een regelmatige klant en als hij ‘even naar Keyzer’ was, dan kon dat ‘even’ wel uitlopen. Ze kenden elkaar redelijk goed, hielden alle twee van een praatje. Kwam ik toevallig in de winkel en kreeg ik te horen dat mijn vader in de kelder zat, dan ging ik voorzichtig de trap af en vond beide heren omgeven door blauwe wolken sigaren rook zittend op krukjes in de werkplaats.
Een dropje viel er dan wel af, maar ik werd dan door vader al weer snel richting huis gedirigeerd hoogstwaarschijnlijk onder het motto: “kleine potjes hebben grote oren”.