Welke winkel op nummer 71 gevestigd was, kan ik mij niet meer herinneren en heb ik ook niet kunnen terugvinden. Wel roept de volgende winkel op nummer 73 herinneringen aan weleer op. De snoepwinkel van C. Jamin. Niet te vergelijken met de fleurige en kleurrijke winkels van vandaag. In mijn herinnering was het een relatief grote vierkante winkel. In de toonbank stonden vierkante koektrommels met in de deksel een rond glas zodat je het assortiment kon zien.
Ik moest hier naar toe om de ‘doordeweekse’ koekjes te kopen. Het was meestal wel het zelfde recept. Of grote waaiervormige koekjes of grote ovale. Vlak achter de winkeldeur stond een vrieskist met daarin de dubbeldikke vierkante ijsjes van Jamin in twee variaties. Uitsluitend roomijs of roomijs voorzien van een laagje chocolade. Bij hoge uitzondering mocht ik ’s zomers dan ook zo’n ijsje kopen.
Er kwamen ook wel venters met Jamin ijs door de straten en op een van de afbeeldingen zag ik ook nog de prijs, die we toen moesten betalen 10 cent voor een roomijsje en 15 cent met chocolade.
Naast Jamin zat een groothandel in gazeuse en limonade.
Op nummer 79 zat textiel winkel Kramer. Deze winkel werd door mijn moeder wel bezocht. Ik denk dat zij daar onder andere ons ondergoed kocht.
Ook voor de volgende nummers is door mij niet exact aan te geven welke winkels er zaten. Op de kaart met winkels op de website Amsterdamhistorie staat vermeld dat in 1940 op de nummers 83-93 Stroomwasserij ‘het Westen’ gevestigd was.
In de vijftiger jaren, waar ik over schrijf, was die er niet meer en waren hier andere bedrijven gevestigd. In een somber en donker onderstuk stonden handkarren en bakfietsen. Mensen die zelf iets moesten verhuizen of verplaatsen konden hier voor een halve of hele dag zo’n bakfiets of handkar huren.
Wellicht hoorde die verhuurderij bij de fietsenwinkel die hier toen gevestigd was.
Ook was in ėėn van de onderstukken een timmermanswerkplaats gevestigd.
Het houden van dieren was bij ons thuis nooit een bezwaar. Vader hield op de plaats achter het huis kippen. Daar bovenop was een duivenhok getimmerd en ook stonden op de plaats een paar hokken met ‘marmotten’. Die hokken moesten regelmatig verschoond worden en hiervoor werd gebruik gemaakt van houtwol en dergelijke. Ik werd er woensdagmiddag op uit gestuurd om bij deze timmermanswerkplaats een paar zakken houtkrullen te halen. Ik kroop dan op mijn knieën onder de zaagbank en schaafbank om de zakken te vullen.