Deze beelden op de televisie brachten bij mij herinneringen naar boven van de landing op de maan in 1969. Een flikkerend zwart-wit tv beeld van een gedaante in een groot wit ruimtepak. Ik was er midden in de nacht voor opgestaan en het was fascinerend om te zien. Ik vond het geweldig om dit op de tv mee te maken. De eerst mens liep op de maan. Hier werd geschiedenis gemaakt.
Een paar dagen na de landing in 1969 ga ik bij mijn oma logeren. Ik ben nog vol van de landing en vertel mijn oma uitgebreid dat ik de maanlanding live op de tv gezien heb. De eerste mens die op de maan loopt en daar een vlag heeft geplaatst. “Kind, dat zijn trucages,” zegt mijn oma. “Jullie denken dat alles kan, maar dit is onmogelijk, ik geloof dat niet.” “Ja, maar het was op de televisie, ik heb het zelf gezien. Die man die in een ruimtepak op de maan liep.” “Ik geloof dat niet,”zegt ze nog eens nadrukkelijk. “Ik snap niet dat iemand zo dom is om het te geloven.”
Ik kijk naar mijn omaatje. Een keurige oude dame van bijna negentig jaar. Haar ogen kijken pienter de wereld in en ook aan haar geest mankeert nog niets. Het valt me op dat ze steeds kleiner wordt. Enkele jaren geleden was ze nog een flinke vrouw die fier rechtop liep en overal zelf voor zorgde. Nu heeft ze hulp, maar kookt nog steeds haar eigen potje, hoewel alles steeds langzamer gaat. Een gezin met negen kinderen heeft ze groot gebracht, waarvan de eerste een tweeling. Mijn moeder was op één na de jongste.
Zij, mijn oma maakte twee oorlogen mee. In 1944 woonde ze met haar oudste dochter in Arnhem bij de brug. Het bombardement van de brug hebben ze beiden overleefd. Zij konden vluchten, maar van het huis was niets meer over. Zo kwamen ze, mijn oma en mijn tante, na allerlei omzwervingen bij ons in huis en ze hebben er ruim drie jaar gewoond. In die tijd ben ik geboren en ik kreeg alle aandacht en een sterke band met hen en vooral met mijn oma. Toen ze niet meer bij ons woonde, ging ik vaak en graag bij haar logeren. Zo ook deze keer.
Oma kijkt me fel aan en schud haar hoofd. “Onmogelijk volgens mij,”zegt ze nog een keer. “Je weet dat ik veel nieuwe dingen heb meegemaakt. Met mijn ouders ging ik vroeger met de boot van Vianen naar Hagestein en de eerste paardentram en later de trein was een hele vooruitgang. Toen je ooms met een auto thuiskwamen liep de hele Voorstraat in Vianen uit om te kijken. Zelfs een vliegtuig begrijp ik, maar naar de maan…. nee.”
Ik moet lachen en bedenk dat ze inderdaad veel nieuwe technieken en uitvindingen heeft meegemaakt.”Ik kan me voorstellen dat het moeilijk voor u is. Ik vind het ook moeilijk te begrijpen maar wel erg interessant.” “Ja, dat kan wel,”zegt ze, “maar dit gaat me te ver.”Ik wil er ook niet over nadenken, dat kan ik niet meer.” We laten het onderwerp rusten en oma gaat een dutje doen in de grote stoel.
Ik pak een boek en lees wat. Ik denk na over het avondeten. Wat zal ik voor haar koken. Ze eet niet veel meer, maar houdt wel van kleine hapjes. Ik ga haar lekker verwennen.