Antoinette vindt nu dat ze erg hebben geboft met het onderwijs dat ze toen kregen. Op de school waren veel vakleerkrachten. De muziekleraar kwam met een grote accordeon en daar werd door de leerlingen bij gezongen. De gymnastiekleraar heette Jan Metz en was vrijgezel. Antoinette herinnert zich dat haar moeder vertelde dat hij haar op maandagochtend goedemorgen had gewenst en toen had gezegd dat dit het eerste woord was wat hij sinds vrijdagmiddag had gesproken. Dat maakte toen diepe indruk.
Jufrouw Schelvis gaf handwerken. Natuurlijk alleen aan de meisjes, in een apart handwerklokaal. Antoinette vond de lessen niet leuk, maar heeft er wel veel van opgestoken. Juffrouw Schelvis was erg degelijk, maar niet zo gezellig.
In de zomer werd er soms gezwommen in de Sloterplas en als het warm was mocht ze tijdens de overblijf pootjebaden. Dat was natuurlijk heerlijk. Antoinette herinnert zich nog de lijn in het water die de grens aangaf tot hoever je mocht gaan.
Het was wel een strenge school. Er waren ook leerkrachten die geen orde konden houden, maar dan was meester Bos paraat. Hij liep de school rond en als er ergens lawaai was greep hij in. Antoinette’s moeder vertelde wel eens dat hij verder niet zoveel deed. Hij was een echt ouderwets hoofd der school. Boventallig, hij stond nooit voor de klas. Hij had een aparte kamer waarvan de deur ’s ochtends dicht ging. De Volkskrant lag op het bureau en werd uitgebreid gelezen.
Lees ook het verhaal ‘De Lourdesscholen in Slotermeer’ en "Een meisje uit Zuid op de Lourdesscholen".