Eenmaal bij mijn broer, deed hij opgewonden verslag van zijn vondst, terwijl wij het nog met bloed van de geboorte op zijn gezicht bekeken. "Ik hoorde een baby huilen", vertelde mijn broer nerveus. "Ik dacht dat het vanachter een steenhoop kwam, maar toen ik daar niets zag dacht ik het verkeerd gehoord te hebben. Ik wou teruglopen naar de weg en toen ik over die greppel stapte hoorde onder mij gehuil en zag dat het geluid uit dit pak kranten kwam en toen ik het openmaakte zag ik een paar voetjes."
"Hoe kan dat nu hier komen?" Wij keken om ons heen en wij zagen verderop een zwarte volkswagen (kever) wegrijden, maar verder niets te zien, hier in deze verlaten omgeving. Daar stonden wij dan met een in kranten verpakte huilende baby, gelukkig kwam er een fietser aan en die hielden wij aan en wij vertelden wat er gebeurt was, waarop de man verder reed om ergens de politie te bellen. In afwachting van de politie bleven wij wachten, verbaasd over wat ons nu overkwam, mijn zeventienjarige broer, twaalfjarige neef en mijn tienjarige ik.
Hoelang het duurde voordat we de witte politiewagen met zwaailichten zagen aankomen weet ik zo niet meer, maar ik vond het in ieder geval wel spannend. Vooral toen we even later in vliegende vaart en loeiende sirenes richting het Wilhemina Gasthuis reden. Als tienjarige die nog amper in een auto heeft gezeten is dat een belevenis van jewelste!
Nadat de baby in het ziekenhuis was afgeleverd en in een couveuse was gelegd (naar het bleek, niet verwonderlijk, onderkoeld) werden mijn neef en ik vervolgens bij ons thuis afgeleverd. Mijn moeder leek geschrokken hoe wij door de politie werden thuisgebracht, maar toen zij onze lachende gezichten zag, haalde zij opgelucht adem, want dan kon de reden van de onverwachte manier van thuiskomst niet ernstig zijn.
Frits ging weer mee terug naar het politiebureau aan de Overtoom alwaar procesverbaal werd opgemaakt en hij samen met de dienders van de heilige Hermandad terugging naar de vindplaats van de baby. Toen zij terugkwamen bij de vindplaats voor een onderzoek, was de greppel inmiddels gedeeltelijk gevuld met water, tengevolge van een heftige regenbui. Daarna was het kennelijk een logische stap dat mijn broer aangifte zou doen van de geboorte van het kind, dat naar bleek slechts een uur oud was op het moment dat het gevonden werd.