We woonden in een benedenhuis in de Bloys van Treslongstraat en hadden een tuin. Mijn dochter wilde heel graag een konijntje hebben en na veel zeuren kwam er een. Alles wat aan eten overbleef ging naar het konijn, van oud brood, aardappelschillen, resten van andijvie tot wortelen en alles wat we kwijt wilden.
Het was een heel lief beestje, zodra ik de keuken de deur open deed kwam ze naar het gaas toe. Tegen de Kerst vond mijn man dat hij geslacht moest worden, ik was er tegen, maar mijn man deed het toch. Toen mijn dochter ‘s-morgens zag dat Flappie weg was (zo noemde we hem) heb ik gezegd, dat ze weg was gelopen.
De dag voor de Kerst maakte ik zoveel mogelijk het eten voor de Kerst klaar, ook Flappie. Toen het eten op tafel kwam voelde ik een misselijkheid omhoogkomen, die steeds erger werd en ik probeerde me er tegen te verzetten. Ik zag dat mijn man ook niet echt enthousiast was, dus na een paar happen schoven we allebei ons bord weg, er was nauwelijks van het konijn gegeten.
Waarop mijn dochter zei: “Hadden we nu Flappie nog maar hè mam, dan had ze de restjes op kunnen eten”
Prettige kerstdagen!
An van Batum
Gepubliceerd: 18 december 2012