Ik herinner me dat de Sloterplas in 1963 dichtgevroren was en ik nog even na school met mijn buurmeisje ging schaatsen. Via allerlei slootjes kwamen we bij de Sloterplas aan de kant van Osdorp uit. We wisten de weg terug niet, we besloten over de Sloterplas naar de overkant te schaatsen.
In het midden van de Sloterplas zagen we grote scheuren en het ijs kraakte daar verschrikkelijk! We waren heel bang en ook nog de enigen op het ijs. Inmiddels werd het al later en donkerder! Aan de kant van de Johan Huizingalaan nabij de Oostoever klommen we op de kant. We waren vreselijk moe en nog ver van huis en hadden geen schoenen bij ons.
Hoe moesten we nou naar huis? We trokken onze kunstschaatsen uit en besloten op onze sokken naar huis te lopen. Gelukkig had ik 3 paar dikke sokken aan, dat was om onze nog te grote schaatsen die op de groei waren gekocht, passend te maken.
Door en door verkleumd en met nog net niet bevroren voeten kwamen we, uren later, thuis.
Onze ouders en wat buren waren in rep en roer. We begrepen er niets van dat onze ouders zo boos waren, ook toen ze ons verhaal hadden uitgehoord! Wij hadden doodsangsten uitgestaan en onze ouders waren niet eens blij dat we weer heelhuids thuis waren.
Ik durfde, en mocht na dit hachelijke avontuur alleen nog op de sloot bij ons achter schaatsen.
(In de rubriek WEDSTRIJD2006 staan de gepubliceerde verhalen bij elkaar.)