De bluffer van m’n vorige verhaal had tot taak nieuwe klanten te werven. Toen ik nog maar pas bij het bureau aan de Burgemeester. Hogguerstraat werkte, was hij nog niet zo goed: teveel bluf, te weinig ervaring. Ik heb later zelf wat grote klanten aangebracht bij het bureau, en daar had ik provisie voor kunnen vragen, maar ik ben geen geldjager. Ik liet zelfs anderen in de waan dat zij de grote vangsten hadden gedaan. Zo werd ik bij een directeur geroepen en die zei: die en die firma is klant bij ons geworden. Nou, dat wist ik toen al veertien dagen. Jij mag er maar een heel klein stukje voor doen, zei hij, ik geef het werk vooral aan een andere copywriter. Jaja, en dat terwijl de klant speciaal voor mij was gekomen en ik al precies had opgekregen wat er het eerste jaar moest gebeuren. Ik zweeg. De klant zou dat wel oplossen.
Ik had een goeie relatie gehad met een Japanse international, bij m’n vorige bureau, en het bedrijf was met dat vorige bureau niet meer happy. Ik zei tegen de bluffer: doe die en die manager maar m’n groeten en zeg maar dat ik hier werk. Veel later vroeg ik de bluffer: ben je daar nog geweest?
Hij vertelde: "Ik kwam daar binnen bij de manager, een Japanner, en hij gaf me een hand: please, sit down. Ik ging zitten en nou kun je niet meteen met je onderwerp beginnen. Ik zag een bloemschikstukje achter ‘m staan, typisch Japans, dacht ik, en we praatten een kwartiertje over die kunst van het bloemschikken in z’n land en hoe mooi ik die vind. Toen zei hij: please, tell your story. Nou, dus ik vertel m’n verhaal. Toen ik klaar was, stond hij op, reikte me het bloemschikstukje en zei: thank you, this is for you, goodbye, sir. Een hij maakte een buiging. Dat was het dan, ik stond weer buiten."
De bluffer vertelde me gewoon z’n afgang. Hij viel.
Karel N.L. Grazell
Amsterdams Stadsdeeldichter Zuideramstel