Ze is een beetje uniek omdat ze slechts één van de 1400 mensen in Nederland is die honderd jaar of ouder is. Ze is erg uniek omdat ze nooit klaagt. Niet tijdens het uurtje dat ik op haar verjaardag was, niet tijdens haar – toch niet altijd soepel verlopen – leven, beaamt haar familie. “Moeder is een heel tevreden mens, ” aldus de kinderen. Een optimist en dat zal hebben bijgedragen aan haar hoge leeftijd. Tegenslag heeft ze gekend, maar zelfs na honderd verjaardagen klaagt ze niet. Alles is leuk. Het leven is een feest, schreef ze ooit op. En ook: ik ben mijn eigen psychiater.
“Je hebt het niet in de hand. Gewoon doorgaan met ademhalen,” is haar antwoord als ik dat recept wil weten. Het recept om zo oud, zo vrolijk oud te worden. Nou vooruit, een tip: zingen. Wat dan? “Bekende wijsjes,” antwoordt Nel. “Ook als ik alleen ben, zing ik.” Op haar verjaardag straalt ze. “Honderd jaar. Dat ik dit mag meemaken!” Nee, ze heeft nooit gedacht deze hoge leeftijd te bereiken, ook al was ze nooit ziek en slikt ze ook nu nog geen enkel medicijn. Ach ja, ze ziet niet meer zo goed. En twee keer brak ze een pols. Maar toen was ze een stuk jonger. Met tachtig sprong ze nog op de fiets om boodschappen te doen. Toen brak ze tijdens een val een pols. Ook een val van het aanrecht (om de ramen te lappen) bracht wat ongemak mee. Maar Nel Dix hoor je niet klagen.
Nel Dix kwam in 1958 met haar gezin als pionier naar de nieuwe wijk Geuzenveld, de Colijnstraat. “Ik kwam in weelde terecht. Een woning met eigen douche, een lavet en een tuin!” De woning is inmiddels gesloopt; nieuwbouw Parkrand staat er nu. De vriendschap met de buurvrouw aldaar ging voort. Toen Nel begin jaren negentig in het A.H. Gerhardhuis ging wonen, woonde ze weer praktisch naast buurvrouw Mies EggBrouwer, inmiddels ook weduwe.
Ze blijft vrolijk, al is veel niet meer. De buurvrouw is in 2005 overleden, ze heeft een rollator nodig om zich voort te bewegen, de foto’s van vroeger zijn vaag voor haar. En toch is het leven een feest. Bij Nel Dix is het glas altijd half vol.
Gepubliceerd: 31 juli 2007
Alle collumns van Shirley staan hier bij elkaar.