Ik kijk z’n naam eens na. Hij was eind 19e eeuw generaal in Nederlands Oost-Indië en gaf leiding aan de Lombok-expeditie, waarbij aan de zijde van de Lombokkers zowel als aan de zijde van de Nederlanders nogal wat mensen zijn gesneuveld. Generaal Vetter werd na z’n pensionering voorzitter van een humanitaire vereniging (voelde hij dat hij iets goed had te maken?).
Ik heb heel vroeger de straat gekend. De eerste keer dat ik van het bestaan hoorde, was rond de Bevrijding van mei ’45. Bij de voedseldroppings op Schiphol door de geallieerden. NEE, NEE, dat ging NIET om Zweeds wittebrood dat aan parachuutjes naar onze landouwen zou hebben gezweefd. Het Zweeds wittebrood heeft helemaal niet gezweefd. Het kwam in de eerste maanden van ’45 in de vorm van graan (begeleid door peulvrucnt en margarine) naar Delfzijl. De eerste keer was het van het Zweedse Rode Kruis, de tweede keer van het Portugese Rode Kruis en het werd door voornamelijk Randstedelijke bakkers gekneed en gebakken en vervolgens gedistribueerd onder de bevolking. Een derde zending was een mislukking. Er was hier geen elektriciteit meer om het graan te malen.
De voedseldroppings rond 5 mei ´45 bestonden uit enorme blikken (waarvan je een vlot kon bouwen) met allerlei soorten voeding. Ik herinner me nog de scheepsbeschuit die zo keihard was dat je er alleen met je tanden wat vanaf kon schrapen. Men adviseerde de beschuit te weken, maar dan kreeg je slappe pap. En er waren onder andere ook 'instant soup', 'instant cacao' en we wisten toen nog niet wat 'instant' betekende. Natuurlijk kwamen er wat blikken verkeerd terecht. Zelfs helemaal in de Generaal Vetterstraat.
Korte tijd daarna kwam ik zelf een aantal keren in de betreffende straat: bij een ex-klasgenoot. Een keer zag ik op de stenen van de straat wat nogal verse bloeddruppels liggen. Maar die zullen van een geslacht konijn of zo zijn geweest.
Karel N.L. Grazell
Amsterdams Stadsdeeldichter Zuideramstel