De Bedelarmband

Romantiek toen en nu

6 Fans
Amsterdam Nieuw West, Geuzenveld

In de beginjaren ’60 van de vorige eeuw, had ik al jaren verkering met mijn buurmeisje Remie. We waren in 1956 beiden in de Dolhaantjestraat komen wonen vanuit Friesland en onze vaders waren allebei tramconducteur op lijn 13. In 1956 waren we 6 jaar en de jaren daarna trokken we veel samen op, met elkaar en de andere buurkinderen en dat bleef heel lang zo.

Dolhaantjestraat 19 t/m 35, gezien naar Jacob Cabeliaustraat, rechts Dolhaantjestraat nrs. 37 t/m 53 (achterzijde, v.r.n.l.), Hans woont op nr. 39 Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam, fotograaf Ton van Rijn, 2001

Dolhaantjestraat 19 t/m 35, gezien naar Jacob Cabeliaustraat, rechts Dolhaantjestraat nrs. 37 t/m 53 (achterzijde, v.r.n.l.), Hans woont op nr. 39 Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam, fotograaf Ton van Rijn, 2001

Alle rechten voorbehouden

Verliefd op mijn buurmeisje
Ik beschouwde Remie wel een beetje als mijn verkering en ik deed erg mijn best om door haar aardig gevonden te worden. Veelvuldig stopte ik snoep of lieve tekeningen of briefjes in haar brievenbus, om mijn affectie te tonen. En het zal bij een verjaardag van Remie zijn geweest dat ik groots uitpakte met een echt verpletterend cadeau voor mijn buurmeisje. Ongetwijfeld bijgestaan door mijn moeder, kocht ik voor haar een bedelarmband met daaraan een hartje. Hoe kan een man zijn liefde beter verklaren aan de vrouw van zijn dromen dan met juwelen moet je maar denken. Of ik dat zelf zo romantisch aanvoelde of dat de hulp van mijn moeder mij tot deze liefdesdaad aanzette, ik weet het echt niet meer. Wel weet ik dat het in goede aarde viel bij mijn geliefde buurmeisje.

De bedelarmband Bron: foto Hans Staphorsius, 2014

De bedelarmband Bron: foto Hans Staphorsius, 2014

Alle rechten voorbehouden

Met het verstrijken der jaren in de middelbare schooltijd, werd de relatie allengs minder en werden we eigenlijk weer gewoon buurjongen en buurmeisje. Dit kwam natuurlijk ook omdat ik een keer bij Remie’s moeder om haar hand had gevraagd, en deze antwoorde “dat is goed Hans, maar de rest wil ik houden”. Daar had ik toen (en nu eigenlijk ook nog) niet van terug. We bleven samen optrekken, maar de groep werd groter en onze wereld ook. Langzaam maar zeker werd die andere wereld belangrijker dan onze eigen Dolhaantjestraat en mij trok de sport en haar het wedstrijddansen. Uiteindelijk is zij getrouwd met een jongen van dansen en ik met de dochter van de materiaal en terreinman van mijn voetbalclub. En Remie verhuisde daarna met haar John naar Zuid en ik bleef met Irma in de Dolhaantjestraat.

Hans en Remie Bron: foto Hans Staphorsius Bron: foto Hans Staphorsius, ca.1963/1964

Hans en Remie Bron: foto Hans Staphorsius Bron: foto Hans Staphorsius, ca.1963/1964

Alle rechten voorbehouden

50 jaar later
Na het overlijden van onze ouders verwaterde het contact tussen Remie en mij helemaal en de laatste jaren zagen we elkaar niet of nauwelijks meer. Het was dan ook heel verrassend dat zij ons op een avond opbelde, met de vraag “jullie hebben toch een kleindochter? “ Toen wij hierop bevestigend antwoorden, vertelde zij dat zij en John alleen maar kleinzoons hadden en dat ze het bedelarmbandje daardoor in haar familie niet door kon geven. En dat ze het graag terug wilde geven voor onze kleindochter Sarah. Ontroerd door mijn 1e liefde (ik heb altijd de goede keuzes gemaakt) hebben we dit dankbaar aanvaard en hebben we een afspraak gemaakt om het bij haar op te halen. We hebben die avond gezellig bij gekletst en kregen de inmiddels ruim van bedeltjes voorziene armband van haar mee. En op 19 september a.s. zal Sarah hem dragen als bruidsmeisje bij haar tante Amanda en Ome Jimmy. Na ruim 50 jaar zit de armband weer om de pols van een heel lief meisje, nu om dat van Sarah. Maar dat is wel helemaal te danken aan mijn 1e meisje van destijds, die de romantiek van toen hiermee verbind met de romantiek van nu.

Alle rechten voorbehouden

794 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe