Padvinderij
Mijn broer en ik fietsten naar de Spaarndammerdijk, ongeveer schuin tegenover de begraafplaats. Daar stond het houten clubgebouw van de padvinders waar we lid van waren. Het was toen heel gewoon dat je lid was van een of andere club. Bedenk wel dat er toen nog geen of bijna geen televisie was. Radio(distributie) was er wel, maar met beperkte uitzenduren.
Trots op insignes
Bij de verkenners hebben we heel wat nuttige dingen geleerd, zoals verschillende soorten knopen in touwen maken, torentjes bouwen van boomstammetjes en hutten bouwen. Ook eerste hulp bij ongelukken stond op het programma. Voor alle onderdelen kon je, als je goed je best had gedaan, een insinge verdienen. Dit insinge mocht je moeder dan ergens op de mouw van je uniform naaien. Je was er ook nog trots op.
Heitje voor een karweitje
Natuurlijk werd er ook veel aandacht besteed aan het spoorzoeken. Wat je daar ook onder verstaat? Spoorzoeken? Er waren niet veel sporen te zien op het asfalt of op de straatklinkers. Maar goed, de speurtochten waren altijd goed voor een paar uur spannend vermaak. En wie kent niet het fenomeen ‘een heitje voor een karweitje’ dat meestal een paar dagen besloeg. Je moest op een kaart schrijven waar je de karweitjes gedaan had en het bedrag dat je daarvoor ontvangen had. Bij sommigen was dat inderdaad een kwartje maar bij de meesten was het meer, een gulden of twee gulden. Het opgehaalde geld werd ingeleverd en besteed aan een goed doel.
Zomerkamp
In de zomer gingen we een week op zomerkamp ergens in Twente (Overijssel). Daar ging het natuurlijk om het overleven. Tentenkamp opzetten en ook de keuken. Zelf eten koken en de boel weer schoonmaken. Je was de hele dag in de natuur bezig en zat ’s avonds slaperig bij het kampvuur.
TV wint
Het hoogtepunt in het jaar was Sint Jorisdag op 23 april. Alle padvinders en padvindsters van Amsterdam verzamelden zich ’s morgens om 6 uur op de Dam. Er werd een groot carré gevormd en een toespraak gehouden. Daar werd dan de vlag gehesen en werden liederen gezongen. Later is deze folklore in onbruik geraakt, ik hoor of zie er niets meer over. Toen wij thuis televisie kregen werd de animo om hier aan mee te doen een stuk minder. Uiteindelijk hebben we er dan ook de brui aan gegeven.
Gepubliceerd: 9 december 2007
Lees ook de andere verhalen over de Van der Hoopstraat.