Zes jaar zat ik op de Jacques Perkschool midden in een wijk met die zogenaamde ‘zeehelden’ en aan de andere kant de echtgenotes van Willem van Oranje ook wel Willem de Zwijger genoemd. Naar school wandelend, liepen wij schoolkinderen als het ware door een geschiedenis boek heen. Alleen wisten we dat niet.
Bij juffrouw Riemersma hebben we, voor zover ik weet, nooit geschiedenis gehad, die had het te druk ons lezen en schrijven te leren: Aap, noot mies, en de beginselen van het rekenen. We hadden het heel druk bij haar met allemaal nuttige zaken. Af en toe vertelde ze een verhaal naar aanleiding van die mooie platen van Jetzes in de klas. Bij meester Hendriks in de klassen vier, vijf, zes was het anders. Aardrijkskunde en geschiedenis kwamen er wat uitgebreider aan bod. Daarom kan ik nu vertellen dat de slag bij Nieuwpoort in 1600 plaats vond. Hendriks kon trouwens fantastisch voorlezen. Wel drie boeken van Arendsoog en Witte Veder, hoorden we met rode koontjes op de wangen aan en ook het verhaal van de Leeuw van Vlaanderen ging er in als koek en boeide.
Was dat wel zo verstandig, vraag ik me nu af. Eigenlijk had het voor de hand gelegen als ons iets verteld werd over De Rijp, Gerard Callenburg, Tjerk Hiddes de Vries, Joris van Andriga, Admiraal de Ruyter, Willem van Oranje, ook wel Willem de Zwijger genoemd. Uit feministisch oogpunt, je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen, zou het ook interessant zijn om iets te weten te komen over Charlotte de Bourbon, Juliana van Stolberg, Louise de Cologny of Anna van Buren. Maar nee, wij moesten alles over Arendsoog weten! Jammer..