Mijn jeugd in Amsterdam-West, deel 20

Jeugdherinneringen, omstreeks 1940-1945

Auteur: Jaap Lageman
Orteliusstraat 162

Jaap Lageman (1931) woont tegenwoordig in Australië en deelt in een aantal bijdragen zijn jeugdherinneringen aan Amsterdam-West.

Schuilkelder onder de brug van de Prinsengracht/Leidsestraat, 1939. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam. <p><a href="http://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/010009015103">http://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/010009015103</a></p>

Schuilkelder onder de brug van de Prinsengracht/Leidsestraat, 1939. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

http://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/010009015103

Alle rechten voorbehouden

Het verdwijnen van de schuilkelder en kleuterschooltje
Onder de brug van de Admiralengracht en Jan van Galenstraat, net als onder vele andere bruggen in Amsterdam, had de waarnemende gouvernment schuilkelders gebouwd. Het hele geval hing als het ware onder de bruggen en was van hout gemaakt en er stonden rijen houten banken in. Ze waren al in het begin van de oorlog gebouwd maar waren nooit nodig geweest. Maar tegen het einde van de oorlog verdween het interieur, dat wil zeggen de banken en gedeeltes van de buiten beschutting en meestal gedurende nacht.


Ik was weer terug in het houten schooltje bij het Erasmuspark (Jan van Galenpark) waar ik vroeger ook al op gezeten had. We waren toen naar een andere school gestuurd, maar moesten er weer naar terug, maar dat duurde niet lang want op een dag dat ik weer naar school ging zag ik het schooltje letterlijk voor mijn ogen verdwijnen. Ik zag een groot aantal mensen, sommigen met bijlen en breekijzers, de houten planken van het schooltje afbreken. Behalve de dakpannen was het schooltje geheel van hout gemaakt en het duurde niet lang of alleen het geraamte en het dak stonden er nog. Zelfs de vloer, kasten en schoolbanken waren verdwenen. Dat was het einde van die school en moesten we weer naar een andere school die verder was en waar ik mijn schooltijd eindigde. Nadat ik mijn lagere school geëindigd had wist ik niet wat voor vak ik wilde leren, dus vonden mijn ouders het beter als ik naar de 7de en 8ste klas ging in de Jan Mayenstraat (VGLO?).

 

Die klassen waren opgezet om kinderen die te jong waren om te werken of niet naar de hoge school wilden. Op deze school werd de grondles gegeven in hout- en metaalwerk, maar ook in boekhouding en vreemde talen zoals Frans en Duits. Ik had al Franse les gehad maar Duits wilde ik niet leren. Toen de oorlog over was werd de Engelse taal ingevoerd en ik vond dat een betere taal om te leren en dat is een goede keuze geworden in mijn latere leven.


Hongerwinter
In de winter van1944/45 stierven meer dan 16000 mensen van de honger in Nederland. 2450 stierven die winter in Amsterdam. Het was de koudste winter met veel sneeuw dat wel leuk voor kinderen was, want die hadden evengoed een hoop plezier met hun slee enz.

Ik weet van een paar oude mensen die weigerde om voedsel op de "zwarte markt" te kopen en van de honger stierven terwijl ze veel kostbare dingen hadden die ze hadden kunnen gebruiken om in leven te blijven.

Mijn moeder had genoeg bonnen gespaard om een klein Edammer kaasje te kopen die ze in de hangkast liet liggen, en elke week draaide ze die om en veegde het schoon. Ze zei dat ze het wilde bewaren totdat de oorlog over was en dan als feest viering voor de vrijheid het in stukjes zou snijden en het opeten.


Het einde van de oorlog
Ongeveer een maand voordat de oorlog eindigde kwam er een Duitse officier bij mijn vader in de kleermakers winkel. Hij was in mijn oude school gelegerd en had een uniform dat gerepareerd moest worden. Hij vertelde mijn vader dat hij een dokter in het Duitse leger was en blij zou zijn als de oorlog voorbij was, want dan kon hij naar huis gaan. Een paar dagen later kwam hij zijn uniform ophalen en begon weer over de oorlog te praten.

Hij zei dat bijna iedereen in Duitsland wist, dat Duitsland de oorlog zou gaan verliezen en dat hij bang was met wat er met hem zou gebeuren. Hij scheen oprecht te zijn en hij vroeg mijn vader of hij voor wat burgerkleding kon zorgen. Mijn vader wist niet of dat een strikvraag was en gaf geen duidelijk antwoord. De Duitse officier kwam nog een keer terug met een ander karweitje en vertelde weer dat hij blij zou zijn als hij naar huis kon gaan, maar daarna hebben we hem nooit meer gezien.
Oorlog is een verspilling van levens en materiaal.

De oorlog kwam dicht tot zijn einde, en er waren geruchten dat de geallieerden op weg waren om Amsterdam te bevrijden. We hoorden een geluid alsof er zware kanonnen afgeschoten werden. Ik ging op mijn fiets de kant van het geluid af en toen ik bij de haven kwam zag ik wat er gebeurde. Het maakte mijn bloed koken. De Duitse soldaten bliezen de kranen en steigers op zodat het niet door onze bevrijders gebruikt kon worden.


De oorlog eindigde eindelijk op 5 Mei 1945. Het nam 5 jaar min 5 dagen toen de vrede officieel verklaard werd, en we aten de kaas die mijn moeder zo zorgvuldig bewaard had, precies zoals mijn moeder beloofd had. De mensen dansten in de straat en fuifden hun vrijheid , maar een paar Duitse officieren, die in een van de beste hotels op de Dam gelegerd waren, werden erg kwaad en begonnen op het juichend publiek te schieten. Een aantal mensen die de vreselijke oorlog overleefd hadden en dachten dat nu alles voorbij was werden gedood.


Maar goed dat mijn moeder me verboden had naar de binnenstad te gaan en in de buurt te blijven.


Zoals altijd wist mijn moeder wat het beste voor me was.

 

Klik hier voor een overzicht van alle delen in deze reeks.

 

 

 

 

Alle rechten voorbehouden

0 keer bekeken

Eddie van Dijk

reactie op deel 20 van Jaap Lageman.

Jaap een correspondentie vriend van mij wil ik middels deze rubriek ingaan op een deel waarin hij schrijft over de schietpartij op de Dam. Verschrikkelijk en vooral misdadig van de Duitse Kriegmarine. Maar na het lezen van de ware toedracht had  mijn inziens dat drama voorkomen kunnen worden. Er was afgesproken dat de Duitsers in De Grote Club waar ze zich bevonden enkel en alleen zich zouden overgeven aan de geallieerden in deze aan de Canadezen. Behalve de Nederlanders die in grote getale naar de Dam kwamen om de op handde zijnde bevrijding te vieren waren er ook veel BS-ers (Binnenlandse Strijdkrachten) Deze gingen tegen de afspraken in de door hun gevangen genomen Duitse soldaten afvoeren naar het paleis. Ook vond er een incident plaats waarbij door het aanhouden door de BS van een Duits legervoertuig een Duits soldaat werd gedood. Dit alles onder het zicht van de soldaten in de Grote Club. Daar sloegen de stoppen van de veelal dronken Duitsers door, en begonnen als reactie daarop te schieten op de BS welke zich tussen de feestvierders op de Dam bevonden met alle verschrikkelijke gevolgen. Had men zich maar aan de afspraken gehouden dit was er veel leed bespaart.

Eddie.