Onze jeugd in Osdorp

Osdorp
Op de step en de skelter, 1965. Bron: Maudy Kruiswijk.

Op de step en de skelter, 1965. Bron: Maudy Kruiswijk.

Alle rechten voorbehouden

Mijn broer appt me een stukje uit "Het Geheugen van West" over Osdorp, waar wij zijn opgegroeid. 

Het roept herinneringen op aan onze jeugd.

Remijden, waar we in de speeltuin speelden tot mijn moeder op het balkon in haar handen klapte dat we moesten komen eten. En waar mijn broer voor mijn neus uit het klimrek kwakte, op zijn hoofd, terwijl mijn moeder op het balkon stond en mijn vader voor de deur net uit zijn auto stapte. Ik heb hem nog nooit zo hard zien lopen en wat waren we bang. Het kwam goed uiteindelijk. 

Achter Remijden lag de berg waar je in de winter vanaf kon sleeën en daarachter Torenwijk en de Sloterplas waar we gingen zwemmen. Van blauwalg hadden we nog nooit gehoord.

Op de hoek van onze straat jongerencentrum Kwak, daar kwamen nozems. 

Voor verjaardagen haalde mijn moeder gebak bij Van Elst, achter op de Ban (Osdorperban). Dat was voor ons te ver. Wij haalden brood bij  Immink. En als we naar het strand gingen ook nog een pakje Roxy bij de sigarettenwinkel van Schrama 1 deur verder. Naar het strand was op de fiets naar Bloemendaal. Wij achterop uiteraard. Hoe ze dat deden met windscherm, luchtbedden, strandlakens, badhanddoeken en een bloemetjes koeltas vol? Geen idee! Dan zei mijn vader "we zitten bij het oranje windscherm Pluis" en natuurlijk zat ik dan een uur later bij de politiepost met een emmertje water onder de bank, voor mijn broer zijn zandkasteel. "Die fahne hoch" riep een Duitse mevrouw om aan te geven dat ik daar zat. Maar in die tijd werd dat door menig Amsterdammer nog niet erg gewaardeerd. Eenmaal weer terug in Amsterdam gingen we eten bij Dirk III eethuis, of we haalden patat bij Van Vliet, die eerst kolenhandel was en nadat iedereen een gaskachel kreeg  in de straat een snackbar begon. Voor mij een uitkomst want ik was vreselijk bang voor die "kolenmeiers" die iedere winter een paar mud kolen brachten voor in de kolenkit achter op ons balkon.

De Baden Powelweg waar ome Frans woonde die ons leerde honkballen. En Langswater waar vriendje Arie woonde. "Zal je een beetje netjes praten Aar" vroeg zijn moeder voordat hij bij ons  kwam logeren. Of hij dat beloofde weet ik niet maar zijn "krijg godverdomme de kanker an je hart" is de hele straat waar wij later woonde nog lang bijgebleven. Aar kwakte met een zelfgebouwde kar tegen de schuur van onze buren en had zich flink bezeerd.

Kapper de Vos op Hoekenes knipte het haar van mijn broer. Ik ging met mijn moeder naar de Kerastase kapper op de hoek van de Ban. Daar knipte de kapster enthousiast een stuk uit mijn oor. Ach ...... van Gogh werd er ook beroemd door.

Tussenmeer waar mijn broer bij de drogist pectoraaldrop kocht als hij uit school kwam. Hij zat op de Jac. P. Thijssenschool. Mijn school (Heimansschool)  lag achter de Ban en ik haalde snoep bij de Spar die daar zat.

Het Osdorpplein waar je op de lammetjes kon zitten en zomers mocht spetteren in de vijver.

En nog zoveel herinneringen meer. 

Alle rechten voorbehouden

0 keer bekeken

Herman Koerts

Ook mijn jeugd was in Osdorp

Dank voor uw herinnering. Ik woonde van 1959 tot maart 1973 op Reinveen. In 1973 zijn we verhuisd. Ik herken veel van wat u noemt. Wat zo bij mij boven komt:

Op de hoek van de Osdorperban en Hoekenes was Elvy: een elektro / electronica-zaak die ook grammofoonplaten verkocht. Op de Hoekenes zat ook een auto-shop, ik meen Piet Vrees. Tussen Reinveen en de Osdorperban (vlak bij de Heimanschool) is toen een grote autogarage gebouwd. Achter de Osdorperban, aan de (toen nog) Malleweg, is een school gebouwd: Hervormde MAVO west, meen ik. Heb als kind staan kijken hoe de heipalen de grond in gingen. Ik zat op de Prof. Dr. Cremer school (lagere school).

Over het "witte bruggetje" tussen Groenpad en Osdorpplein naar de halte van lijn 17, later lijn 1. Helemaal aan het (west)eind van de Osdorperban, bij de vaart, zat bakkerij Van der Elst. Bijna aan het andere einde zat Otten: een drogisterij, die in de kelder speelgoed en modeltreinen verkocht. Achter huizenblok Reinveen, naar Sonderbuur, lag een mooie "gemeentetuin" waar wij als kinderen beslist niet in mochten. De huizeblokken hadden schuine daken: de huizen hadden een zolder. Ik heb daar een poos mijn kamer gehad. Het waren meest woningen met twee slaapkamers, dus als je twee kinderen had, dan had je een slaapkamer te weinig.