De reacties op mijn bericht over onze jeugd in Amsterdam Osdorp zijn zo veel en leuk. Ik zal er nog een aantal delen. Vanwege de privacy zal ik namen weglaten.
Mijn broer, een beetje ouder dan ik, werd geboren in Betondorp. Ik ben geboren op de Notweg.
Eén van de eerste verhalen die ik mij kan herinneren (ik wast toen nog maar een paar dagen oud) was van een brand bij onze bovenste buren. Wij woonden op 70 1, zij op 70 3. Zij hadden als enige op de trap een oliekachel. Buurman had de brandende kachel willen bijvullen en de olie had vlam gevat. Toen buurman de kachel naar het balkon wilde schuiven om daar de olie te laten uitbranden, kantelde de kachel en liep de brandende olie door de keuken over het balkon naar beneden. Dat was aan de achterkant van de flat en mensen aan de Hooge Venne waarschuwden ons Notweggers dat er brand was. Het duurde even voordat de brandweer ter plaatse was, de nummering was nog niet zo ingeburgerd én de brand was alleen zichtbaar aan de achterkant. Zij waren begonnen met aanbellen vanaf de Ookmeerweg :-). Eenmaal aangekomen op 70 3 hadden mijn vader en een buurman van 76 3 (of 74 3) het grootste deel al geblust met water uit het lavet en een tuinslang. Wie heeft er een tuinslang op de bovenste verdieping van een portiekwoning? Enfin, het liep met een sisser af.
Vanuit onze slaapkamer en die van mijn ouders keken wij op de zijkant van Remijden. Op 9 hoog en helemaal aan de andere kant woonde mijn latere vriendinnetje Marjan. Haar ouders hadden een boot, een platbodem. Tehu heette die en hij lag vlak voor het bruggetje wat vanaf het Groenpad naar Tussenmeer ging (of heette het daar al Osdorpplein? In ieder geval daar waar de tram de hoek om kwam en een halte had, waarna hij Tussenmeer op ging.
Als kleuter ging ik met mijn broer mee naar Kleuterschool de IJsvogel. Achter de Osdorperban. Weinig kan ik me daarvan meer herinneren, weel dat we huisdieren hadden. Hamsters n in de andere klas was een schildpad, Pummeltje. Daarna ging ik naar de dependance van de Jac. P. Thijssenschool, ook achter de Osdorperban. Maar hoe jammer mijn ouders het ook vonden, Montessori onderwijs was niet geschikt voor mij en ik veranderde van school. De Heimansschool. Lekker dichtbij voorbij het Fina tankstation met de ingang van ht schoolplein aan de Notweg. Mijn moeder kon me vanaf het balkon tot op het schoolplein volgen :-). Juffrouw van der Wal, Meester Vonk en Meester Luit zijn de namen die ik nog weet. Meneer de Tombe was hoofd van de school en heel streng. En later was dat meneer Meier.
In de tuin van Remijden was een speeltuin. Daar gingen we meestal heen kunstjes doen op de klimrekken of in de zandbak spelen. Of picknicken op het grasveldje. Voetballen mocht daar niet, dan kwam de concierge en die pakte je bal af en als hij echt de pest aan je had stak hij hem lek ook. Grumpie die man. Maar gaf niks want we zetten hem betaald door dan vanaf de 9e stenen door de stortbak te gooien. Of lege flessen, klonk ook fijn.
We konden heerlijk spelen in en om die flat. Met blaaspijpjes pijltjes schieten naar mensen die beneden liepen en dan snel achter de balustrade wegduiken. Balonnen gevuld met water deden we ook wel eens maar nog niet zoveel. Balonnen waren duur.
Rolschaatsen deden we op het basketbalveldje bij Klarenburg. Daar was lekker asfalt en geen stoeptegels die scheef konden liggen waardoor je kon vallen. Ergens achter het Blomwijckerpad, bjina bij Hoekenes, was een officieel rolschaatsbaantje, daar kon je 8 jes rijden. Maar wij bleven liever op het basketbalveldje. Hudora schaatsen hadden we, en die kochten we bij Veba op de Ban. Hadden ze daar ook niet alles voor hengels en vissers? Daar in de buurt in ieder geval wel. Mijn vader kocht daar maaien, liet die vervolgens te lang in de box staan en hield dan een hele doos bromvliegen over. Wurmen om te vissen staken we in het gras achter ons huis of bij Remijden. Die flat voorzag echt in alles. Als mijn vader dan na het eten nog een uurtje ging vissen, achter de oude van dagen huisjes aan het Groenpad, ging ik vaak bj hem zitten en kreeg ik een topeindje om ook mee te vissen. Schele possies, stekelbaarsjes, voorntjes, er zat vanalles in de Osdorpergracht. Vooral dicht onder die boot.
Voor de deur gingen we knikkeren. Stuiteren zeiden mijn ouders dan. Eentjes, tweetjes, drietjes en knotsen en ook looie detten. Tegen het bordes groeven we dan wat zand weg tussen de stenen en dan hadden we een gewedige knikkerpot. En had je verloren, dan kocht je nieuwe knikkers bij Otten op de Ban. Of je kreeg ze voor je verjaardag of zo.
Elastieken kon je samen met 1 vriendinnetje omdat je het elastiek makkelijk om een brandpaaltje heen kon leggen. Waren die er niet dan moest je altijd met 3 zijn. 2 Staan en 1 figuren maken. Touwtje springen was ook makkelijk. Je bond je springtouw aan het hek van het bordes en dan hoefde er maar 1 te draaien.
Je begon gewoon met spelen en steeds meer kinderen sloten aan. Zo ging dat. Bordje tik, stoeprandje, stand in de mand en vooral ook verstoppertje.
Brood kochten wij bij Immink op de Ban en sigaretten bij Schrama. En nog voordat Kolenboer van Vliet een snakcbar begon kon je softijs kopen bij Van Elst, verder op de ban. En in de zomer kwam er s avonds een Italiaanse Ijskar door de straat. Hij tikte een speciaal muziekje op zijn bel, een geluid wat ik nooit zal vergeten. En ondanks dat het s avonds al laat was kregen wij ook een ijsje.
Toen we groter werden gingen we plaatjes luisteren bij Disco Alberti op het Osdorpplein .
Als kleuters gingen we met mn ouders zwemmen in het Sloterplasbad, maar toen we eenmaal goed konden zwemmen gingen we daar niet meer heen. Dan zwommen we achter Torenwijk. Totdat ik mijn voet open haalde aan iets scherps wat daar in het water lag, de spaak van een fiets? een fles? het kan zelfs een wasmachine zijn geweest. 3 weken moest mijn voet in het verband. Hechten kon dokter van den Berg het niet. Het zat precies onder het midden van mijn voet en de hechtingen zouden niet houden. En het was een scheur van 8 centimeter. Dus in het verband en er ook niet op lopen! Wat heb ik dat uitgebuit, zo klein als ik was O:-)
Mijn broer ging wel naar de Jac. P. Thijssenschool. Bij meester Steingröver en juffrouw??? Ik kan me nog herinneren dat er Montessoridag was in de oude Rai, en ik mocht ook mee om te kijken hoe kinderen van zijn school het sprookje van Ali baba en de 40 rovers opvoerden.
Er zijn nog zoveel verhalen die ik kan vertellen over Osdorp.
Mijn vader werkte bij de KNSM, later VNS. Na de fusie werd dat Nedlloyd en ging het kantoor verhuizen naar Rotterdam. Tja en als geboren Amsterdammer ga je dan natuurlijk niet in Rotterdam wonen, dan zoek je iets halverwege. En dat werd Alphen aan den Rijn. Ja, van die brug! Waar Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht bij elkaar komen.
Maar ach........ je blijft toch Amsterdammer hè!