De bomen nemen afscheid van de eerste vallende, nog amper gele, bladeren en even voorbij het Sloterparkbad zie ik plots een kunstwerk dat ik nog niet eerder heb gezien. Een grote metalen vlieger, zo’n ouderwetse ‘wiebertjesvorm’ en een staart met strikjes. André Hazes zou zomaar aan de onderkant kunnen verschijnen met het vliegertouw in zijn hand. Het blijkt na speurwerk op internet de Light Kite te zijn die tijdens het Amsterdam Light Festival van vorig jaar de sluis bij de Amstel van sfeerlicht voorzag. Ik moet toch een keertje ‘s avonds terugkomen.
Even verder staat een man met zijn mobiel foto’s en een filmpje te maken van de omgeving rond de heuvel met het Groot Landschap. Ik wacht tot hij klaar is en zeg dat het over twee weken met herfstkleurenpracht nog mooier is. De man antwoordt: ‘Ja, maar ik kom zelf niet uit Amsterdam. Ben nu hiernaartoe gekomen om foto’s te maken voor mijn familie in Noord Chili. Zij komen binnenkort met vakantie naar Amsterdam. Zelf woon ik hier al 18 jaar en sorry voor mijn nog niet zo goed Nederlands.’ Ik zeg dat dat best wel meevalt, wens hem een fijne dag en kuier door over het voetpad waar ik onaangenaam verrast word door een zwerver met een legerjas die zeker een jaar niet uit is geweest. Schichtig om zich heen kijkend, maar toch ook ongegeneerd, pist hij een ferme straal vanaf het pad de bosjes in. Ach denk ik, laat maar, het is ook zijn park en ook al een lange tijd droog geweest.
In het water naast de volle terrassen aan de Zuidoever met nazomerzonaanbidders draaien twee koppels futen liefdevol om elkaar heen als was het alweer lente.
Bij de manshoge letters IAMSTERDAM houdt het duikteam van de brandweer een oefening. Twee lijnen verdwijnen uit de handen van een stevige brandweerman het water in en geregeld stijgen er luchtbelletjes op rond een gele boei. Waarschijnlijk ligt daar iets als een autowrak met namaakbestuurder. Het zal toch wel een oefening zijn?
Met de zon in mijn rug ga ik richting Oostoever op weg terug naar huis. Zoals gezegd: er is altijd wat te beleven rond de plas. En met die gedachte word ik tenslotte toch met de naderende herfst geconfronteerd door een enorme paddenstoelenformatie op een molshoop.