Opgegroeid in Slotermeer, 1955-1965
Het was zover: we verhuisden met het weinige dat we hadden uit het contractpension naar de nieuwe woning in de Guus Trestorffstraat.
De eerste die ik ontmoette was een even oude (ruim 6 jaar) buurjongen uit dezelfde straat die mij meteen uitnodigde om bij de "oude van dagen"te gaan kijken. Dat waren lage bejaardenwoningen die als een schil om ons eigen wijkje met eengezinswoningen waren gebouwd. De brede stoep voor de rij oude van dagen-woningen waar ons straatje loodrecht op uitliep was natuurlijk de geëigende speelplaats voor de kinderen uit ons blok huizen.
De meeste kinderen, en dat waren er heel wat in onze straat, gingen naar de Burgemeester Fockschool, eerst in een houten noodgebouw totdat de nieuwe school klaar was. De lokalen in het noodgebouw werden verwarmd met een grote kachel die onder andere met turf werden gestookt, tenminste dat herinnerde ik mij, ik had nog nooit turf gezien.
Wat grote indruk maakte was het heien. De met cokes gestookte heimachine en het karakteristieke sssh-boemgeluid was vaak te bewonderen in onze wijk in opbouw. De bouwplaatsen waren natuurlijke jachtgebieden voor jonge jongens op avontuur. Met een paar losse planken en met behulp van een pak "gevonden" spijkers was een hutje snel gebouwd. Dan kwam het probleem om je bouwwerk te verdedigen tegen andere groepjes kinderen van andere straten. Of je ging zelf op rooftocht. In je eigen straat was je natuurlijk heer en meester, maar daarbuiten kon er van alles gebeuren.
Zoals bij de Dijk. De ringspoordijk was braakliggend terrein en uitermate geschikt voor het stoken van fikkies, met een paar aardappels om te poffen, want voor de inwendige mens moest ook gezorgd worden. Je leerde al gauw wat brandnetels waren en wat dovenetels (daar kon je nectar uit zuigen), om niet te vergeten de distels waar je niet op moest gaan zitten. In de winter ging je van de dijk af met je sleetje tot bijna in de sloot. Ik probeerde het eens met een autoped: het resultaat een gecompliceerde armbreuk. Kon ik meteen kennismaken met het Emma Kinderziekenhuis en zuster Beertje. Maar dat is een ander verhaal.
Tenslotte, wie kent het Slotermeerlied nog? Gemaakt door meester Visser, hoofd van de Fockschool, op de muziek van het Limburgs volkslied (Waar in het bronsgroen eikenhout)
zoiets als:
Waar eens de groene weide was..
de boterbloemen bloeien
en de koeien loeien
daar is ons Slotermeer....??
Als schoolkinderen zongen wij dat bij de opening van Slotermeer.