Daar moet ik het mijne van weten dacht ik. En dus pakte ik de volgende dag de fiets en de pont over het Noordzeekanaal. Binnen no time stond ik weer in mijn oude vertrouwde Slotermeer omhoog te kijken naar het bouwsel dat sinds ons vertrek uit de stad inmiddels is gegroeid tot de 5e verdieping, met de aankondiging dat er ‘floating gardens’ bij de appartementen zullen verschijnen.
Wat is er mis met ‘drijvende tuinen’ was mijn eerste gedachte, gevolgd door de conclusie dat mijn oude stad toch in de loop der jaren vooral bedoeld is voor mensen die zich ‘I Amsterdam’ voelen.
Enfin, even verder fietsen en ja hoor, gelukkig staat het verweerde bord met DWS er nog steeds.
De doelen op het hoofdveld zijn ook nog niet weg, alhoewel de betegeling rond het trainingsveld wel al opgestapeld staat, wachtend om ingelijfd te worden door het volgende bouwproject.
‘Jan (Jongbloed, oud keeper van DWS) hoeft dat niet meer mee te maken’, licht mijn oude buurman Gé mij in. ‘Er is een mooi plekje in een verzorgingshuis voor hem gevonden’.
Een geruststellende gedachte, want toen wij er nog woonden was hij al geregeld ‘de weg kwijt’, zoals dat heet. En dan is zijn ‘keepersmaatje' en ooit rivaal bij Oranje Piet Schrijvers onlangs ook al heen gegaan.
Vol bewondering sta ik verder met mijn oude buurtjes naar de fraaie nieuwe borden te kijken, zoals die over Hendrikus Rempe, die op de hoek van ons oude huis is geplaatst.
Met het heerlijke gevoel om even terug te zijn geweest fiets ik met een warm najaarszonnetje naar Zaandam.