Mijn moeder was coupeuse in hart en nieren. Wat haar ogen zagen,maakten haar handen. Ze vond het heerlijk om bij de grote couturiers in de PC Hooftstraat en Beethovenstraat binnen te lopen en kleding te bekijken. Dat deed ze kritisch. Ze had patronen gemaakt voor zichzelf, mijn broer en zus, mijn oma’s en voor mij.
Op maandagochtend was er lapjesmarkt in de Westerstraat. Daar kocht ze allerlei goedkope lappen en stoffen, zelfs restjes. Ze kon ook goed afdingen en bracht menig koopman het hoofd op hol door vast te houden aan haar eigen prijs. Ik was daar vaak bij aanwezig. Ik herinner me dat ze op een keer tegen een koopman zei, ”Dan ben ik bij de Hema voordeliger uit”, waarop de koopman uitriep: ”Dan ga je naar de Hema!! …ga je naar de Hema!!”. Toen ze vervolgens wegliep, riep hij haar terug en kreeg ze de lappen voor haar bedrag. Thuis in de Coltermanstraat werden van die lappen de creaties nagemaakt die ze had gezien, zittend achter haar Singer trapnaaimachine.Wij zagen er altijd volgens de laatste haut-couture-mode uit en het kostte bijna niets. Ze wist op rommelmarkten aan labels van bekende merken te komen, die in haar eigen creaties verwerkt werden. Ook toen ik volwassen was, maakte ze mijn kleding.
Op zekere dag werd besloten, dat de bekleding van het bankstel in de Coltermanstraat vernieuwd moest worden. Ik zat in die tijd (1970) op de Kweekschool in de Plantage Middenlaan en had op maandagochtend vrij. De lessen begonnen ’s middags. Ik had een brommer, PuchMaxi. Met mijn moeder achter op de bagagedrager, haar voeten op de trappers, mijn voeten omhoog, net onder het stuur, reden we vanaf de Coltermanstraat via de Haarlemmerweg naar de Westermarkt. De brommer had geen vering, maar … mijn moeder had een kussentje met snelbinders op de bagagedrager bevestigd om de ergste schokken op te opvangen.
Eerst liepen we (natuurlijk) de hele markt over om het aanbod te bekijken. De keuze viel op “Kunstleer”, “Skai”, Rood en Zwart. Zo’n bankstel had ze gezien bij een meubelzaak op de Slotermeerlaan en een zaak op de Burgemeester de Vlughtlaan. Na enig onderhandelen kwam men de prijs overeen. Het Skai bestond uit zes rollen bekledingstof welke mee moesten op de brommer. Mijn moeder hield achterop drie rollen onder haar ene arm en drie rollen onder haar andere arm en ik reed met de zes uiteinden over beide schouders terug over de Haarlemmerweg, naar de Coltermanstraat.Het werd een prachtige bank in rood en zwart “Skai”.
Lapjes keren op de Westerstraat
Deze column speelt zich ook weer af in het gezin in de Coltermanstraat, waar op de centen gelet moest worden ook al had mijn vader een goede baan. Maar met drie opgroeiende , studerende kinderen was het passen en meten. Gelukkig was onze moeder een creatieve duizendpoot en coupeuze. Door de kleding die ze voor ons maakte, dacht de hele buurt dat wij centen zat hadden. De lappen stof kwamen echter van de lapjesmarkt op maandagochtend op de Westerstraat, ha ha. Daar heb ik onder leiding van mijn moeder leren afdingen. Ben er nog steeds goed in.
193 keer bekeken