In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was het merendeel van de buurt rondom de Johan Coltermanstraat gereformeerd en ging men ’s zondags ter kerke in de Sionskerk. Ons gezin hoorde daar niet bij. Het was in de tijd van de verzuiling.
De gereformeerde zuil had ook een eigen kapper, die aan huis kwam en in een oude Messerschmitt door de buurt reed. De man had maar één model waaraan te zien was of men klant was van de thuiskapper en tot welke zuil men behoorde. In onze buurt waren de gereformeerde mannen en jongens te herkennen aan opgeschoren nekken tot op de kruinen aan de achter- en zijkant en lang naar voren gekamde koppies aan de voorkant, recht afgeknipt van oor tot oor. Het zogenaamde ‘Bloempotmodel’. De gereformeerde meisjes en vrouwen ondergingen hetzelfde lot, zij het dat de haarlengte iets groter was, maar hoog in de nek recht was afgeknipt en aan de voorkant tot ver boven de wenkbrauwen op het voorhoofd ook weer recht werd afgeknipt.
Ons gezin met drie kinderen behielp zichzelf. Geld voor een echt goede kapper was er niet. Mijn vader hanteerde regelmatig de tondeuse van zijn scheerapparaat, mijn moeder zette krulspelden en knipte zelf punten af en knipte ook bij mijn broer en zusje de punten bij. Ik was al op een leeftijd dat ik zelf de tondeuse van mijn vader hanteerde, evenals de schaar. Ik had er aardigheid in en met redelijk resultaat.
Op zekere dag mocht ik het mooie, lange haar van mijn zusje onderhanden nemen. Niet gehinderd door enige kennis, knipte ik haar paardenstaart af. Het haar werd echter korter en korter en schots en scheef. Het zag er niet uit en het is nog altijd een onderwerp van gesprek als we bij elkaar zijn.
Mijn moeder heeft daarna, toen hij zijn ronde deed bij de gereformeerden in de straat, de thuiskapper bij zijn Messerschmitt opgewacht. Op haar verzoek of hij ook haar gezinsleden wilde knippen, vroeg hij of we gereformeerd waren. Op mijn moeders negatieve reactie antwoordde hij: “Ik knip alleen gereformeerden“. Na enig aandringen van mijn moeder ging hij toch overstag en werden wij, zittend op een stoel in de keuken, slachtoffer van het ‘Bloempotmodel’.
Ook mijn zusje moest er aan geloven. Als de kapper kwam verstopte zij zich snel achter de bank in de huiskamer, maar ontsnappen aan de tondeuse was onmogelijk. Zij werd voortaan opgescheept met het ‘Bloempotmodel’ en was daardoor ook ‘Gereformeerd geknipt’.