Zwaar werk
"Ik woon nu al tien jaar hier. Ik heb altijd gezegd: 'Als ik negentig ben, ga ik naar een tehuis'. Mijn oude buren, de kleinkinderen die ver weg wonen, die kun je niet belasten. Hier zit ik goed. De zusters zijn allemaal erg aardig voor me, ik had een leuke receptie voor mijn verjaardag – wat een aardige wethouder kwam er trouwens langs – met een taart van het huis en elke week komt er een mevrouw die met me gaat wandelen en met me praat. Over vroeger bijvoorbeeld. Ik ben geboren in Meulunteren, in de gemeente Ede. Toen ik acht was zijn we naar het Gein verhuisd. Na de lagere school moest ik werken op de boerderij. Ach, je wist niet beter. Ja, ik hield wel van leren. Van lezen ook heel erg. Ik ging in ieder geval elk jaar over. Maar op mijn twaalfde moest ik werken op de boerderij. En dat is best zwaar werk. Ik was hartstikke sterk. U heeft zo toch wel genoeg voor de krant?"
Plezierbootje
"Als ik dat programma ‘Boer zoekt vrouw’ kijk, dan denk ik: die vrouwen moeten beseffen dat je niet zomaar boerin wordt. Je moet er wel verstand van hebben. Ga eerst maar een jaartje in dienst om het vak te leren, vind ik. Je bent van ’s ochtends vroeg tot zonsondergang bezig, hoor.. Ik was wel eens jaloers op de mensen die op zondag met een plezierbootje langs vaarden en melk kwamen halen bij ons. Die hebben een goed leven, dacht ik, lekker varen, terwijl ik de beesten moet verzorgen. Maar als je er inzit, dan is het gewoon je brood. Later heb ik met mijn man een melkzaak vlakbij de Heiligeweg gehad. U heeft zo toch wel genoeg voor de krant?"
Eerste trein
"In honderd jaar maak je veel mee. Ik weet nog dat mijn moeder vertelde over de eerste trein die ze zag. Samen met de andere vrouwen stond ze langs het spoor en toen de trein kwam vlogen ze uit angst naar binnen. Een wagen zonder paard! Dat kon toch niet? Ach ja, al die eerste dingen. De auto, de zeppelin, het vliegtuig en weet ik wat er allemaal nog meer in de lucht zat. En de eerste grammofoon met lange hoorn. Die zetten we ’s avonds aan, voor we tv hadden. Weet u, vroeger was alles rustiger. Je hoorde niet over overvallen en je kon je fiets nog zo neerzetten. Je las ook alleen de plaatselijke krant. Landen als China, dat was zo ver weg. Maar sowieso waren de mensen vroeger hartelijker voor elkaar. De maatschappij is kouder geworden. Dat vind ik niet vreemd. Hoeveel mensen wonen er wel niet op een trap. Dan ken je niet iedereen. Hier ken ik wel wat mensen, alhoewel ik geen gezelschapsmens ben. Mijn naam is Snoek en hier wonen ook nog een Vogel en een Vos, grappig hè. U heeft zo toch wel genoeg voor de krant?"
Gepubliceerd: 23 februari 2008