Naam
Opa Koek (1878-1963) was de vader van mijn moeder. Wij noemden hem zo omdat het in de spraak makkelijker was. Ook om hem te onderscheiden van de andere opa. Hun beider voornaam was Piet. Zijn echte naam was Koekenbier. Die naam komt bijna zeker van een zogeheten herberg, tussen Utrecht en Abcoude, waar de koek en het bier genuttigd kon worden. Aan de doorgaande zandweg tussen Utrecht en Amsterdam? Om verwarring te vermijden werd het opa Koek, kort en krachtig. Hij werd ook wel ‘ouwe Koek’ genoemd. Ook weer om hem te onderscheiden van de jongere ‘Koekie’s’. Het maakte niet veel uit, bijna iedereen wist toen wie je bedoelde.
Migrant
Opa Koek was van beroep onder andere laadschipper, café- en koffiehuishouder, schilleboer en handelaar in aardappelen (markt Lindengracht). Hij heeft bijna zijn hele leven in Amsterdam (oud) West gewoond. Van de 26 adressen waar hij gewoond heeft lagen er 4 buiten Amsterdam West, maar er wel tegenaan. Eigenlijk woonde hij altijd aan de rand van de stad. Als de stad in het westen weer uitbreidde, ging hij mee. Ook verhuisde hij wel naar een andere woning in dezelfde straat. Waarschijnlijk omdat, of de huur goedkoper was of dat de andere woning van nieuw behang was voorzien? Sommige verhuisdozen gingen pas weer open na drie of vier verhuizingen! Hoe oma Koek al deze verplaatsingen heeft ondergaan daar is eigenlijk nooit onderzoek naar gedaan.
Paard in de gang
Opa Koek was een forse en brede man met pet en sigaar! Hij maakte zich nooit druk om wat dan ook. Toen hij schilleboer was had hij wel een paard maar geen echte stal voor het beest. De narigheid was ook dat hij in de Kinkerstraat woonde. Maar wel in een benedenhuis. Dus, het paard ging aan het eind van de rit door de gang naar de tuin achter het huis, waar zijn ‘stal’ stond. Wel met een zak voer om zijn nek om zijn hoofd laag te houden! Anders kwam hij niet verder dan de voordeur. De volgende morgen kwam het beest dan weer vrolijk hinnekend door de voordeur naar buiten. De schillekar bleef voor de deur wachten. Deze situatie heeft toch zo’n 4½ jaar voortgeduurd.
Weldoener
Op nieuwjaarsdag was het de gewoonte om hem te bezoeken in zijn woning aan de Frederik Hendrikstraat. Hij had 10 kinderen, 10 aangehuwde kinderen en 47 kleinkinderen. Vaak stonden we buiten al in de rij. Als we dan uiteindelijk binnen waren en voor opa stonden, noemden we onze naam en wensten we hem een goed jaar. Naast hem stond een tafeltje met rijen stuivers, dubbeltjes, kwartjes en guldens. Hij zij dan van welke rij we er eentje mochten pakken en mee mochten nemen. “Dank u wel, opa.” En eigenlijk was dat, voor ons kleinkinderen, de enige conversatie met hem die dag. Voor mij was hij een bijzondere en markante opa.
Gepubliceerd: 28 februari 2008
Lees ook de andere verhalen over Opa koek.