Propvol
"Ik herinner mij dat eén melkboer heel populair was en iedereen noemde hen oom Piet en tante Cor. Oom Piet kwam met melk langs de deur. Wat ik mij nog heel goed herinner zijn de grote glazen stolpen op de toonbank gevuld met eieren, dan werden die in een papieren zak gedaan. (Nog geen eierdozen!)
De manufacturenzaak was een kleine winkel op de hoek Lootsstraat en Kinkerstraat. Je kon het zo gek niet bedenken of je kon het er kopen. Het winkeltje hing dan ook propvol, ook boven de toonbank en als je binnen kwam stak de man zijn hoofd door alle tierelantijnen en vroeg waar hij je mee van dienst kon zijn. Hij had altijd waar je om vroeg; garen, band, ritssluitingen, knopen, drukkertjes en noem maar op."
Krijtprotest
"Aan de overkant van ons huis was de kruidenier Straatsburg,daar heb ik ook herinneringen aan; we waren vaak aan het ballen, ook op het midden van de straat ( auto’s waren er nog niet zo veel). Dan vloog de bal wel eens tegen het winkelraam aan. Op een dag werd onze bal afgepakt door Straatsburg, we waren toen heel boos en hebben zijn transportfiets met een grote mand voorop - waarmee hij de boodschappen bij de klanten bracht - met krijt helemaal wit gekalkt en op de straat geschreven 'koop niet bij Straatsburg vals gewicht'. Nou toen dat werd ontdekt en toen waren de poppen aan het dansen, onze ouders werden gewaarschuwd en met emmers water hebben we fiets en straat schoon moeten boenen. In die tijd was daar geen pardon voor, maar het was voor ons een goede les die je altijd bij blijft tot op de dag van vandaag!"
Paardenvlees
"In het kolen- en oliewinkeltje ging je zakjes kolen halen, als je de winter niet door kwam met de grote zakken kolen die thuis waren bezorgd. Wij woonden in een huisje dus moesten de mannen door het huis naar de tuin waar de kolenkist stond. Mijn moeder legde dan oude matten en kranten neer in de gang en keuken waar de mannen door moesten om in de tuin te komen, dat deed ze voor het stuiven en de zwarte zolen onder de schoenen.
Olie werd gehaald in de oliekan om te worden gebruikt in het petroleumstel dat werd weer gebruikt om vlees gaar te sudderen. Eén maal in de week en dan vaak paardenvlees, dat was goedkoper, de meeste mensen hadden het niet zo breed."
Bonnetje weg en honger
De sigarenwinkel was in de Lootsstraat waar de rookwaar werd gehaald. Op een dag moest ik een pakje shag voor mijn vader halen, het was oorlog en alles op de bon, ik ging op de autoped, toen ik daar aan kwam was ik het bonnetje verloren nou dat was een ramp! Gauw terug maar ik heb het niet meer terug gevonden.
Tot slot de bakker op de hoek Borgerstraat - Lootsstraat met de naam Bakker, dus het was bakker Bakker, een toepasselijke naam. Het pand is nu gesloopt en er is nieuwbouw voor in de plaats gekomen. Ook hier één anekdote; het was ook in de oorlog en alles was schaars en de bakkerskar stond even onbeheerd. Pegie - de rebel van de straat - deed vliegensvlug de klep open en weg met een brood!! Dat doe je als je honger hebt."
Loes Kuijkens
Gepubliceerd: 1 augustus 2008