Geen koelkast
Mijn jeugd heb ik versleten in de Kinkerbuurt, wij woonden ook dichtbij de markt. Mijn moeder ging dan ook dagelijks naar de mark om verse groenten te halen,een koelkast hadden we in die tijd nog niet. Onze koelkast bestond uit een houten kastje in de tuin met in het deurtje horrengaas, zo bleven vooral in de winter onze spullen fris. In de zomer werden de spullen die er tegen konden, binnen op een koele plaats bewaard. 0nze tuin lag op het zuiden dus bij mooi weer de hele dag zon, waar we menig uurtje hebben doorgebracht!
Groente halen
In die tijd was de groente niet bespoten zoals tegenwoordig en zo kon het voorkomen dat er nog wel eens luizen in de bloemkool en slakjes in de sla zaten. Mijn Moeder was zeer alert hier op en neusde voor ze het kocht of de groente schoon was, was dat niet het geval dan liep ze een stalletje verder, op het commentaar van de koopman antwoordde ze dan: “ik heb genoeg vlees op mij bord!” Mijn Vader grapte vaak tegen haar:”als jij de markt op komt, gaan alle rode lampjes aan de stalletjes branden”.
Jopie
Jopie was een koopman die bij ieder marktganger bekend was. Hij had altijd allerlei spullen heel goedkoop die hij, ik weet niet waar, opkocht. Mijn moeder kwam dan ook altijd met allerlei rommel thuis die ze niet echt nodig had, zeer tegen de zin van mijn Vader. Moeder zei dan: “je weet maar nooit, eens komt het van pas!”