Een leuke annekdote. Ik was een werkende ongehuwde moeder. Zeer modern in 1968. Door de week was Moontje bij mijn vader in huis en in het weekend bij mij. Mijn vader versliep zich op een ochtend. Geen probleem op zich, maar Moon moest uiterlijk om negen uur op de creche zijn. Dus die kleine wakker gemaakt, gewassen, tanden gepoetst en brood gesmeerd. Allemaal geen probleem. Brood en drinken voor tussen de middag, alles was tiptop in orde. Alleen had die 'ouwe' geen tijd meer om zichzelf te wassen en aan te kleden. Dus Poe (koosnaampje voor mijn vader) stapt in zijn streepjespyama, rafelige badjas en op zijn sloffen in zijn auto. Bij de creche (was toen voor de Kramergracht bij de rotonde rechts) is hij wel zo slim om Moon tot aan de deur te brengen (ze wist waar ze moest zijn). Hij wachtte tot ze in de klas was en reed terug naar huis. Hij was de rotonde echter nog niet om, of zijn auto hield er mee op.
Goede raad bleek duur. Want per slot van rekening zat hij wel in zijn pyama en op zijn sloffen in de auto. Hij heeft letterlijk de blik op nul gezet en de auto naar de kant geduwd. En dat alles in zijn pyama. Mobiele telefoons waren er nog niet. De Wegenwacht bellen kwam niet in hem op. Die schat is toen in zijn pyama de hele Oostoever afgelopen naar huis. Het is nog jarenlang het gesprek van de dag geweest. We hebben hem er wat mee geplaagd.