Muiterij
Die naamsverandering was te danken aan de muiterij op de oorlogsboot de Zeven Provinciën in 1939. De onthulling van de straatnaam was op de hoek van de Karel Doormanstraat en de Willem de Zwijgerlaan, door de weduwe van Karel Doorman. Ik weet dat er maar een handje vol mensen op af was gekomen.
In je onderbroek
Toch was deze straat wel opvallend. Het had maar liefst vijf scholen en een Gemeentelijke geneeskundigendienst. Daar zetelde de schoolarts en de school tandarts in. Ook zat de pieten-zuster daar, zij was schoolzuster en regelmatig werden we door haar op luizen gecontroleerd. Ook was haar taak om ons eens per jaar twee pleisters op de borst te plakken, ik dacht voor TBC. We konden dan een week niet in bad. Eén maal per jaar kreeg je een school onderzoek, je stond dan in een grote rij, met alleen een onderbroek aan en het meest erge vond ik het moment dat je op je hand moest blazen en de zuster in je onderbroek keek of je een breuk had.
Drukke straten
De Doormanstraat bestond uit drie aparte stukken. Bij de Willem de Zwijgerlaan het pleintje met diverse winkels, een boekwinkel, een bakker en een melkboer. Dan had je nog het doodlopende straatje met de zandbak van de kleuterschool, en als laatste het stukje tussen de Bestevaerstraat en de Admiraal de Ruyterweg. Dit stukje werd ook wel het fluwelen endje genoemd. Ik vermoed dat dit kwam omdat de huizen in dat stuk van particulieren huisbazen waren en daar door wat duurder in huur.
Dat stukje straat van hooguit 50 meter lang, had zes winkels; een bakker, een Spar, twee elektrazaken, een kapper en een café.
Op de Admiraal de Ruyterweg reed de Haarlemsche tram en door grote spijkers op de rails te leggen maakte wij daar onze dolken. In de Bestevaerstraat reed bus F, later aangevuld met bus 14 en 21. Als je nu gaat kijken lijkt dat onmogelijk dat er in die straat drie buslijnen hebben gereden.
Aardappels piepen
De buurt was voor de jeugd een fantastische buurt om op te groeien. Je kon zalig paal voetballen bij de scholen zonder dat we de bewoners hinderden. In de paasvakantie werd er op het land van de Willem de Zwijgerlaan aardappels gepiept, op een vuurtje van afval van de voorjaarsschoonmaak. Heel vaak was dat oud zeil het zogenaamde Balatum dat brandde als een lier. Dat je aardappel na het piepen tweemaal zo dik door de teer geworden was, deed aan de smaak niets af.
Grote vakantie
In de grote vakantie was het land bij de Reinaert de Vosstraat aan de beurt. Hier werden tenten gebouwd en kon je zalig voetballen. Ook was het Jan van Galenbad een goed alternatief, voor tien cent was je de hele dag onder de pannen. De jongens hadden daar het grootste bad en daar mochten de meiden ook in zwemmen, maar dat bad lag om een uur of drie in de schaduw en het meidenbad lag dan vol in de zon, maar daar mochten wij niet komen. Eén badjuf was voldoende om dat te voorkomen.Verder werden er zomers bij de groentemarkt wat bij verdiend met groente karren tegen de brug op helpen duwen. Als je mazzel had dan kreeg je een stuiver maar je werd ook wel vaak afgescheept met een appel met een stek. Als deze vent de volgende dag weer langs kwam dan keek je een andere kant uit.
Verfpotten uitbranden
Ook werd er door ons ook wel wat geld verdiend door op Woensdagmiddag verf potten in de bouw schoon te branden. Men was toen begonnen met de bouw van Slotermeer. Daar werd door de schilders gretig gebruik van gemaakt.
In de winter als het gevroren had dan kon je heel gauw schaatsen op het Ruyterland. Dit was een stuk land op polder niveau, waar later de Daniël Goedkoop school is gebouwd. Het was door de regen ondergelopen land, dus we liepen daar weinig gevaar op verdrinking. Voor de rest zaten wij heel veel in de speeltuin van het Sportpark de Ruijter.
Kortom, voor mij als kind was het een prima buurt.
Gepubliceerd: 27 februari 2009
Meer lezen over deze buurt? Klik hier voor 'Landlust', een deel van Bos en Lommer.