Het was een typische jongensschool en in die tijd min of meer het enige gebouw in de directe omgeving. Aan de westkant grensde het dijklichaam wat later de Coentunnelweg zou worden. Aan de zuidkant grensde de Jan Evertsenstraat met daarachter een heel groot braakliggend terrein, waar later een pand van de ABN AMRO gebouwd zou worden en het Gerbrandypark zou worden aangelegd. Aan de noordoostkant lag het Jan van Galenbad en zou later het reumacentrum worden gevestigd in de Admiraal Helfrichstraat en aan de noordkant stond alleen de prinses Irene Vak en Huishoudschool.
Theorie en Praktijk
Het Patrimonium gebouw bestond uit een hoog gedeelte waarin de theorie lokalen en een laag gedeelte waarin de praktijklokalen gevestigd waren. Om de hoofdingang te bereiken moest je enkele treden beklimmen van een brede stenen trap. Een fietsenstalling was gevestigd onder de school en was bereikbaar via een tweetal trappen welke aan de linker en de rechterkant van de hoofdingang waren gevestigd.
Conciërges
Eenmaal binnen dan liep je tegen de garderobe aan met aan je linkerhand de conciërgeloge. Dit was het domein van de heer Spaangaren, de conciërge die overigens altijd netjes in het pak, dagelijks de absenten controleerde en er ook voor zorgde dat jongens zoals ik, die op het laatste ogenblik de school binnen probeerden te rennen, terwijl het beginsignaal al geklonken had, ook echt te laat waren. Spaangaren liet je echt voor de dichte deur staan en deed die pas weer open na een minuut of vijf. In de conciërgeloge werden ook de klassenboeken bewaard, welke dagelijks werden opgehaald en teruggebracht door de gekozen klassenvertegenwoordiger. In de gang achter de conciërgeloge waren de lerarenruimte, administratie en de kamer van de directeur gevestigd. In mijn tijd was dit de dhr. De Blois.
Er waren ook nog twee ander conciërges, genaamd Hoebe en Kesselaar. Dhr. Hoebe en zijn echtgenote zorgden voor de koffie, keuken en kantine. Dhr Kesselaar liep altijd in een bruine stoffenjas en deed technische klusjes in de school. Overigens woonde dhr Hoebe in die tijd in een dienstwoning welke naast de school gebouwd was.
Kantine
Ik de kantine was er tussen de middag gelegenheid tot het opeten van je lunch. De school zorgde voor de melk en de bekers. Het waren witte stenen bekers welke na gebruik netjes in de daarvoorbestemde rekken moesten worden gedeponeerd. Eersteklassers zoals ik maakten hier dagelijks gebruik van. Brooddoosje of zakje mee van huis en netjes tussen de middag vergezeld van een beker melk je lunch opeten. Eenmaal tweede klasser of hoger dan aten een heleboel leerlingen buiten de deur. In de pauze tussen de middag spoedden dan vele leerlingen zich naar het nabijgelegen Mercatorplein voor een bezoek aan snackbar Dirck of één van de vele tabak en/of snoepwinkels. Anderen liepen het onontgonnen Gerbrandypark in. Ik herinner mij een knul, genaamd Agema, die een vlot had gemaakt in één of andere sloot. Hij ging daar dagelijks naar toe tot op een dag hij zeiknat terug kwam lopen naar school. Hij was in het water gevallen. Sinds die tijd ging hij niet meer naar het vlot.