De heer Ockhuizen was op de LTS Patrimonium onze muziekleraar. In zijn lokaal op de 1e etage lagen diverse muziekinstrumenten bovenop de kast, waaronder een tuba. Of de instrumenten het nog deden heb ik nooit kunnen achterhalen. Zeer waarschijnlijk hebben andere leerlingen dit wel kunnen doen, denkend aan een verhaal van mijn toenmalige vriend en schoolgenoot Hans Cijs. Van de heer Ockhuizen leerde je muziekstukken kennen zoals de Bolero van Ravél, Peer Gynt suite van Edvard Grieg, De Moldau van Smetana, Danse Macabre van Saint Saëns, als je dit nog niet van je ouders had meegekregen natuurlijk. Tijdens de les kreeg je een boek waarin de noten van het betreffende muziekstuk stonden afgebeeld. De noten stonden verdeeld in vakken ter grootte van het tempo waarin het muziekstuk was geschreven. Boven de noten stonden plaatjes, bijvoorbeeld van het skelet wat uit het graf komt en gaat dansen (Danse Macabre) of het kabbelen van de golfjes in de Moldau. Ockhuizen zette de plaat op en liet de muziek horen en de leerling hield zijn vinger bij de plaatjes en volgde de muziek door goed naar het tempo te luisteren. Op zich een heel leerzaam proces. Ik hoorde klasgenoot Henk Tichelaar hard mee neuriën door de muziek heen. Hij was er helemaal gek van want zelfs later in de pauze hoorde ik hem nog Danse Macabre neuriën.
Eenmaal per maand was er ruimte voor eigen inbreng. We noemden dit geloof ik ‘verzoekprogramma‘ of zo. Je mocht dan je eigen muziek, favoriete singles of l.p.’s meenemen en ten gehore brengen. Ook al was Ockhuizen het misschien niet altijd eens met onze smaak, hij gaf ons de ruimte en luisterde mee. Er werd muziek van diverse pluimage ten gehore gebracht en als het aan Ockhuizen lag ook gepresenteerd door de leerlingen. Na afloop werd er een evaluatie gehouden. De muziekles werd door menigeen als een leuke les ervaren.
Gepubliceerd: 14 april 2009
Lees ook andere verhalen van Okko Steensma.