De brede stoep bij ons voor de deur nodigde uit om er te ballen. Dat kon ook gemakkelijk in die tijd. Boven onze gezamenlijke buitendeur had de architect een kittig overkappingtje bedacht, dat prima dienst kon doen als een soort korfbalmandje. Weliswaar op een hoogte die voor mij eerst aan de hoge kant bleek, waardoor de ballen regelmatig tegen de deur kwamen en dat was, als meneer Gevoel thuis was, verboden. Ook knikkeren mocht niet. Ik was heel fanatiek en veroverde doorgaans knikker na knikker op mijn vriendjes, maar ook dat mocht niet tegen de muur waarachter de familie Gevoel woonde. Misschien kwam het wel allemaal doordat meneer Gevoel ziek was, maar dat wisten wij niet. Er werd niet met elkaar gepraat. Pas jaren later bleek hij ongeneeslijk ziek te zijn. Toen mevrouw Gevoel mij dan ook eens vroeg, ik was een jaar of 14, 15, of ik niet meer vanaf 1 hoog in één keer van de trap af wilde springen, want de dreun bij het neerkomen was nogal hard, heb ik dat niet meer gedaan. Vlak voordat de buurman stierf werd ik als ‘beloning’ daarvoor, binnen gevraagd en stond ik voor het bed van een totaal onherkenbare man die mij zijn excuses aanbood omdat hij altijd zo narrig was geweest. Mevrouw Gevoel bleef na zijn overlijden nog jaren in het benedenhuis wonen, na verloop van tijd kregen we de familie Gerber als nieuwe buren. Zij woonden daarvoor net om de hoek in de Gerard Callenburgstraat.
Op 1-hoog woonde de familie Fokkens, aan de tongval van buurman Fokkens is altijd te horen gebleven dat hij uit het Noorden kwam, ook de buurvrouw kon niet verbloemen dat ze van Duitse afkomst was. Jan en Harry waren hun zonen, die ouder waren dan mijn zus Betty waar ik al 8 jaar mee verschil. Van beide weet ik weinig, voornamelijk door het leeftijdverschil. Jan moet wel een jaar of twintig ouder zijn geweest, hij ging als soldaat naar Indonesië, al voordat ik wist dat hij er was. Toen ik een jaar of 5, 6 was kwam hij terug. Jan had een motor en die stond imponerend bij ons voor de deur, misschien zelfs wel op de overloop. Natuurlijk was Jan onmiddellijk mijn grote held. Of het een halfjaar duurde of langer, ik weet het niet, maar Jan vertrok al weer snel naar Australië, hij emmigreerde. Nooit meer wat van Jan gezien, slechts verhalen van de buren.
Gepubliceerd: 23 september 2009