Opnieuw was Harry - jongste zoon van de op 1-hoog woonende familie Fokkens - enigskind. Wel een kind dat rustig verder studeerde en bouwkundig tekenaar werd. Toen de nieuwe Rai werd gebouwd, kwam daarvoor een geweldige reclame zuil te staan, volgens buurvrouw ‘Tikketak’ zoals ik haar noemde of ‘Harrymoeke’ volgens Betty, was het ontwerp van deze reclamezuil van Harry. Voor zover mogelijk steeg hij daardoor in onze achting. Buurman Fokkens, moest het zonder bijnaam doen. Het was een aardige rustige man, een uitstekende timmerman, toen nog een baan die in hoog aanzien stond. Voor mij heeft hij ooit een slee gemaakt, waarop ik liever niet slede, het was totaal anders dan die van anderen, ik vond het niks. Buurman Fokkens deed hij nog wel eens een klusje voor ons, mijn onhandigheid erfde ik ongetwijfeld van mijn vader.
Op drie hoog woonde de familie Peterson, de enige echte Amsterdammers, denk ik. Ome Siem en tante Nel. In mijn jongste jaren was ik daar kind aan huis. Op handen en voeten kroop ik naar boven om me te laten verwennen en met me te laten spelen. Vooral dochter Nelly was blij met me, ’s ochtends vroeg kwam ze me wassen en aankleden. Af en toe was gek nog lang niet gek genoeg en werd ik bijvoorbeeld in het vliegenkastje op de waranda gestopt en was ik het aapje in een hokje wat zijn kunstjes vertoonde. Vriendelijk lachen was meestal al genoeg. Vier kinderen waren er Willy, Nel, Simon die allemaal veel ouder waren dan ik en toen kwam Olga ook nog. Toen zij twee jaar was verhuisde de familie naar de Tjerk Hiddes de Vriesstraat op de hoek, boven de Coöperatie.
Na de familie Peterson, kwam de heer en mevrouw Schoenmaker daar wonen. Zij verhuisden van de Jan de Haenstraat naar de Rijpgracht. Twee aardige al oudere mensen, hij was gepensioneerd schilder. Ook aan deze familie beleefde ik veel plezier. Woensdag- en zaterdagmiddag om vijf uur was ik er altijd welkom om televisie te kijken. Soms samen met hun kleinkinderen, die aan de overkant woonden Marjan en Kiki.
Daarna maakte ik er ook nog een aantal jaren de familie Galjaart mee, zij volgden de Schoenmakers op. Ze waren een stuk jonger en hadden, toen ze kwamen een dochter Joke en toen ik uit huis ging zelfs twee Christel kwam erbij. Wanneer ik ergens het nummer 42 zie staan, denk ik steevast aan de plezierige jaren, die ik daar heb gewoond.
Gepubliceerd: 25 september 2009