Eerste herinneringen
Ik ben in 1931 in de Bloemstraat geboren maar kan me daar niets van herinneren. Mijn eerste herinnering is dat we op de derde verdieping halverwege in de Orteliusstraat woonde. Ik dacht op no. 162. Wat ik nog wel voor mijn ogen kan brengen is dat we op een dag mensen in de straat hoorden vloeken en schreeuwen, dus, als een goeie mokummer, moet je kijken wat er aan de hand is. We zagen twee mannen op straat vechten. Maar een van die twee had een soort bijl in zijn hand en er waren een hoop mensen die het gevecht wilden stoppen. Er was een hoop bloed maar ik kan me niet herinneren hoe het afgelopen was. Er waren toen nog niet veel telefoons om de politie of ziekenwagen te bellen maar tegen de tijd dat de politie gewaarschuwd was, was het geval over.
Toen, op een andere dag, hoorden we de brandweer in de straat, en terwijl we naar buiten keken zagen we dat er brand aan de overkant op de eerste verdieping was. Wij konden het goed zien en zagen dat de brandweermannen de ramen stuk sloegen om water naar binnen te spuiten. Toen ze die ramen stuk sloegen zagen we dat het vuurtje binnen plotseling veel meer oplaaide omdat er nu meer verse lucht in kwam. Toen het vuur gedoofd was, was de voorgevel zwart van de rook tot aan de derde verdieping.
Ik denk dat ik 7 of 8 jaar oud was toen we naar de derde verdieping op de hoek van de Orteliusstraat verhuisd zijn. Ik kan me niet herinneren hoe we er gekomen waren, maar mijn ouders deden dat omdat mijn vader kleermaker was en thuis werkte en een werkplaats nodig had. Die werkplaats hadden ze nu omdat ze de hele zolder ruimte voor zichzelf hadden.
Ik heb nog leuke herinneringen aan die woning want vanuit de keuken keken we over alle (binnen) tuinen van de straat en konden we de torenklok bij het Mercator Plein zien. Op een morgen was het erg mistig en je kon in de verte niets meer zien. Mijn moeder tilde me op en liet me in de verte kijken en zei: "Hebben ze warempel de klok afgebroken!" Later in de dag toen de mist opgetrokken was, tilde ze me weer op en zei: " Gelukkig hebben ze die klok weer op gebouwd,"
Nu ik een stuk ouder ben denk ik dat ze me toen voor de gek gehouden heeft.
Straatventers
In die tijd kwamen er ook een aantal straatventers door de straat. Soms was het een man met een handkar waar een glazen opbouw op stond die "Berliner Bollen" verkocht. Hij riep dan "Berliner bol, bolletje bol". Erg lekker.
Soms kwamen ze door de straat met vis of haring en mijn favorite lekkernij waren de zoet-zure bomen of stukken gele komkommers uit de "wijn-azijn". Dan had je nog de "schillenboer" die bij alle mensen de aardappelen schillen en ander groentenafval kwam ophalen. Hij haalde het bij de etage deur waar je woonde op, trap op, trap af.
De melkboer kwam ook bij de deur langs. Hij had een handkar waar 2 melkbussen op stonden met een kast in het midden waar zijn boter en kaas in stonden. Hij kwam bij ons 3 hoog en mijn moeder had dan een wit emmertje waar hij dan met zijn half liter opschep lepel de melk in deed. En om te laten zien dat hij een eerlijk mens was gaf hij altijd nog een scheutje melk extra.
Klik hier voor een overzicht van alle delen in deze reeks.