Wigbolt bewoners

1 Fan
Geuzenveld
De Wigbolt Ripperdastraat in aanbouw Foto: Beeldbank van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam, maart 1957

De Wigbolt Ripperdastraat in aanbouw Foto: Beeldbank van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam, maart 1957

Alle rechten voorbehouden

Wat vooraf ging aan de Herinneringen van een 'oudgediende Diender', deel 3

Zand

Toen we in de Wigbolt kwamen wonen was wel de Dr. H. Colijnstraat bestraat, maar onze straat nog niet. Dus het was allemaal zand in het trapportaal en op de trappen en ook in huis was het vaak een zanderige bedoening. Naar mijn mening waren de Plenters de allereerste bewoners in de Wigbolt, maar nagenoeg in dezelfde maand was de hele flat en binnen twee maanden nagenoeg alle drie de flats in de hele straat bewoond.

Verschillende bewoners

Bij ons op de “trap” kwamen vogels van diverse pluimage te wonen, zo woonde er een werknemer van het GVB; Van der Pol, iemand van de PTT; Meijer, een politieagent; wij dus en als bewoner van de grootste benedenwoning een lid van de Katholieke Woningbouwvereniging; Verhoeven. Meneer Verhoeven was een rasechte Amsterdammer, geboren Jordanees en gepensioneerd als portier van Berghaus.
De woningbouwverenigingen waren verplicht een bepaald percentage van hun woningen ter beschikking te stellen aan de gemeente, die ze op hun beurt verdeelden- niet alleen onder hun personeel (Gemeentepolitie, PTT, GVB)-, maar ook aan de uit Indonesische afkomstige landgenoten. Hierdoor werden wij, komend van het Drentse platteland, plotsklaps geconfronteerd met mensen afkomstig uit een heel andere cultuur.
Aan de rechterzijde van ons trapportaal kwamen drie van deze families te wonen, benedenaan de familie Klop met twee dochters en een zoon, op de 2e etage, dus onze naaste buurtjes, de familie Mees (hoofdmonteur bij Clark Heftrucks) met drie dochters en een zoon en op de bovenste etage de twee Indonesische zusters Van Ginkel. Ertussen op de 1e etage een werknemer van de Gemeentelijke Plantsoenendienst; meneer Pols een Amster-dammer. Het duurde echter maanden voor we kennis maakten met de overige buren, niet uit onwil maar meer uit onbekendheid met de stadse gewoontes. Later hebben we met alle trappenhuis bewoners een zeer goed contact gekregen. Ik kan me ook niet herinneren dat we ook maar één keer ruzie hebben gehad met één van de andere bewoners, maar misschien lag de tolerantiegrens in die tijd veel hoger, hoewel er bij ons op de trap of überhaupt in onze flat geen probleem gevallen woonden.

Gepubliceerd: 7 juni 2009

Lees ook de andere verhalen van deze diender

Alle rechten voorbehouden

773 keer bekeken

Louis

ik was nog jong

Hallo mijnheer Plenter,

Leuk die verhalen, alles komt weer naar boven. Alhoewel ik mijn hersenen probeer te peinigen en herinneringen uit de beginjaren probeer op te halen kan ik me wel nog alle buren herinneren die in 1959 op onze trap kwamen wonen. Wij kwamen zelf uit de Jordaan en mijn ouders waren maar wat blij een eigen flat te mogen betrekken want ieder gertouwd paartje in die jaren woonden bij hun ouders of andere bekenden in. Helaas kan ik niets meer navragen want mijn ouders leven niet meer, maar een aantal dingen weet ik nog o.a., dat bus 21 toen nog tegenover ons huis stopte en ik de door haar gekochte Matchbox autootjes uit de tas van mijn oma graaide als ze langskwam, dat het CBR er nog niet stond, mijn moeder de tijd vergat als de melkboer was langsgeweest en ze met de andere flatbewoners stond te kleppen waarna ze een tijd later met zowat verzuurde melk in het kannetje bovenkwam, het mandje in het trappenhuis regelmatig uit de rail vloog en de buurvrouw van beneden naar boven schreeuwde als we weer kattekwaad hadden uitgehaald. Enfin ik kan nog wel een tijd doorgaan maar ik geniet elke keer weer van de leuke verhalen die u en Pieter schrijven ! Ik zou zijn ga zo door !