Jan den Haenstraat – deel 3

Opgroeien in West in de jaren vijftig en zestig

Auteur: Frits Smit
1 Fan
Bos en Lommer

Dit is het derde deel in de reeks verhalen, waarin Frits Smit herinneringen ophaalt aan zijn jeugd in de Jan den Haenstraat in de buurt Bos en Lommer. Aspecten van het dagelijks leven, zoals wonen, middenstand, scholen, straatleven, openbaar vervoer en nog veel meer, worden op persoonlijke wijze beschreven en geven een mooi beeld van hoe het was om op te groeien in West in de jaren vijftig en zestig. In deel 3 en 4 beschrijft Frits zijn schooljaren.

Scholencomplex met Jacques Perk en Herman Gorter school, Karel Doormanstraat 117-119, juni 1932 Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Scholencomplex met Jacques Perk en Herman Gorter school, Karel Doormanstraat 117-119, juni 1932 Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Fröbelen
Ik zette mijn eerste stappen op het onderwijspad in de kleuterschool in het complex aan de Karel Doormanstraat. Die stond onder leiding van een wat oudere dame met een knotje, mevrouw van Berkel. Ik kwam in de klas bij een veel jongere juffrouw Van der Valk. Verder herinner ik mij nog een juffrouw Wagemaker. We werden ingewijd in de techniek van het matjesvlechten, plakwerkjes maken (ik at daarbij meer gluton op dan ik “verplakte”), boetseren en “prikken” met een naald op de priklap. Alles volgens de beproefde methode Fröbel.

Spelen en nog eens spelen
Verder was het vooral spelen, ook buiten in de zandbak van de achter de school gelegen speeltuin, voorlezen en zingen. Van echte lesstof was nog geen sprake. Veel namen van kinderen weet ik niet meer. In de klas zat nog een Dieneke Kenter die regelmatig letterlijk haar tanden in mij zette maar met wie ik ondanks dat toch een relatie onderhield, een Nelleke van het Potje die het met haar naam vaak ontgelden moest en een Appie de Bruin met wie ik samen in de zandbak plaste omdat met het natte zand beter te bouwen viel. Brrrr. Ik sloot daar vriendschap met Rene Plouwie, een jongen die aan de Rijpgracht woonde en die vriendschap hield stand op de Jaques Perkschool waar het serieuze werk in 1952 begon

De 1e klas van juffrouw Vlegheert,1953. Frits Smit zit op de laatste rij uiterst links (met zijnhoofd voor de deurpost) Bron: Frits Smit

De 1e klas van juffrouw Vlegheert,1953. Frits Smit zit op de laatste rij uiterst links (met zijnhoofd voor de deurpost) Bron: Frits Smit

Alle rechten voorbehouden

De lagere school
Ik kwam in de klas bij juffrouw Vlegheert, een blozende jonge blonde vrouw met een horrelvoet waar echter geen grappen over werden gemaakt. Een klas met 46 leerlingen. Kom er nu nog maar eens om! Ondergebracht in ruime lichte lokalen in geel gelakte banken die je moest delen met een buurman of –vrouw. Daarin zat je “kastje” en je inktpot want lei en griffel hadden bij ons al afgedaan. Het grote knoeien met de Gimborn inkt, de pennen en de inktlap was begonnen. De lokalen hadden centrale verwarming en de ramen konden aan de bovenzijde opengeklapt worden voor voldoende ventilatie. Voor de klas hingen naast het bord de leesplank van Hoogeveen (Aap Noot Mies..) en een telraam. Achter in de klas hingen de schoolplaten van Wolters, bedoeld om een educatief verhaal bij te vertellen.

Een aantal kinderen herinner ik me nog goed
Veel van de namen van kinderen zitten nog wel in mijn hoofd maar het zou te ver voeren ze hier allemaal te noemen. De meeste contacten had ik, naast Rene Plouwie, met Hannie Pruimers, Kees de Vries, Peter Bos, Peter Mulder, Henk Jan Gortzak en Hans Mantel. Van de meisjes waren het Lucie Sax, Trudie Brouwer en Hilda Roedema die intellectueel boven het maaiveld uit staken. Met Mieke Schouten heb ik ge-klaar-overd en verder hebben Ellen de Mool, Bea Overweg, Hennie van Veen en Gerda van Loon nog enige indruk op me gemaakt.

In de eerste klas werden ons de beginselen van lezen, schrijven en rekenen bijgebracht. Een soort overgang tussen kleuterschool en het echte leren. Dat begon in de tweede klas waar we werden overgenomen door mevrouw Riemersma. Het archetype van een oudere door de wol geverfde moederlijke onderwijzeres waar we allemaal gek op waren. In de vierde klas begon het echte werk en kreeg je een “meester”, in ons geval W.C. Verdoorn, een gedreven heemkenner van Amsterdam waar hij boeiend over kon vertellen.

De 3e klas van Juffrouw Riemersma, 1955, Frits Smit op de tweede rij, vijfde van rechts (naast de vier meisjes) Bron: Frits Smit

De 3e klas van Juffrouw Riemersma, 1955, Frits Smit op de tweede rij, vijfde van rechts (naast de vier meisjes) Bron: Frits Smit

Alle rechten voorbehouden

De bovenmeester
Als schoolhoofd hadden we meneer Boulé. Een echte “bovenmeester” met stijl grijs haar en een strenge blik over zijn draadbrilletje, die waarlijk ontzag afdwong. Met zijn enorme ego zag hij zelfs kans bij mijn ouders, beiden toch goed opgeleide en welbespraakte mensen, elke tegenspraak in de kiem te smoren met de slotzin “meester zal het wel weten." Later werd hij opgevolgd door de heel wat genaakbaarder meneer Vorsteveld. Klein maar dapper!

Juffrouw Sanders en meester Hendriks
We deelden het schoolgebouw met de Herman Gorterschool waarvan ik mij juffrouw Sanders nog herinner, een wat groffe vrouw met een slecht gebit en een lage hese basstem met haar veel bewonderde blauwe kever en de wat gevoelige meester Hendriks, die op zijn Solex naar school kwam, wel mooi piano kon spelen maar geregeld in schreien uitbarstte.

Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 4
Klik hier voor deel 5
Klik hier voor deel 6
Klik hier voor deel 7
Klik hier voor deel 8
Klik hier voor deel 9
Klik hier voor deel 10

Alle rechten voorbehouden

639 keer bekeken

4 reacties

Voeg je reactie toe
frits smit

Re: Re: aan frits

frits smit:
maarten hodde:een vraagje.........de Mieke Schouten, in dit door frits geschreven stukje, is dat degene die een zus had die ooit uit een raam was gevallen ,op school, en haar rug had gebroken. Wonende in de Louise de Colingystraat. Vader was bij de Politie. Zo ja, is bekend waar ze naar toe zijn gegaan. Ben wel nieuwsgierig. De zus heette dan Tineke. (Niet de cabaretiere)

Beste Maarten. Ik vrees dat ik je niet kan helpen. Alleen dat van haar vader die politieagent was komt me vagelijk bekend voor. Maar ik ben na het verlaten van de lager school al het contact met klasgenoten verloren.

maarten hodde

aan frits

een vraagje.........de Mieke Schouten, in dit door frits geschreven stukje, is dat degene die een zus had die ooit uit een raam was gevallen ,op school, en haar rug had gebroken. Wonende in de Louise de Colingystraat. Vader was bij de Politie. Zo ja, is bekend waar ze naar toe zijn gegaan. Ben wel nieuwsgierig. De zus heette dan Tineke. (Niet de cabaretiere)

Frits Smit

Jan den Haenstraat deel 3

Ha die Rob,
Leuk dat mijn treinenpassie bij je is blijven hangen. Tekenen doe ik ze niet meer, verzamelen wel. (in kasten met honderden tegelijk) Omdat Juf Riemrsma mijn artistieke ontwikkeling niet wilde belemmeren mocht ik vaak nog even aan een tekening of een soort bouwplaatjes die ik ook maakte, doorwerken. Daar profiteerde ook bankgenoot Kees de Vries van want hij was mijn "aangever". Grootste voordeel was dat ik dan de handwerkles mocht missen want ik had een teringhekel aan "klosje breien" (ook wel punniken genoemd) waartoe de rest van de mannen was veroordeeld. Want dat was kennelijk onontbeerlijk voor je reis naar volwassenheid.

Rob Banen

Deel 3

Fantastische foto's van "onze" klas deze was niet in mijn bezit. Was Frits niet de mannen van de prachtige trein tekeningen wonende in de Joris. Mooie verhalen in alle afleveringen, top.