Geloof
Van enige vorm van kerkelijk leven was in onze buurt nauwelijks sprake. Er was een, geloof ik, Rooms Katholieke kerk, de Boom, aan de Admiraal de Ruijterweg. Maar de protestanten moesten hun geestelijk voedsel van verder halen. Dat veranderde toen aan de Bos en Lommerweg de Opstandingskerk werd gebouwd of iets verderop aan de Burgemeester de Vlugtlaan de “Kolenkit”. Als Lutheranen moesten wij wachten op de bouw van de Augustanakerk aan de Erasmusgracht (dominee C. Pel). Dat belette mijn ouders niet mij al vroeg naar de zondagschool te sturen om aan mijn zielenheil te werken. De bijeenkomsten werden gehouden onder leiding van de heren Rus en Bunjes in de Admiraal de Ruijterschool op de hoek van de Bestevaerstraat en de Jan van Galenstraat. Ik vond het zonde van mijn vrije zondagochtenden.
Volksmuziekschool
In diezelfde school volgde ik ook muzieklessen in het kader van de Volksmuziekschool waar ik met klasgenootjes Alex Berends en Hilda Roedema de eerste noten aan een blokfluit wist te ontlokken. Met dit trio vertolkten wij, onder leiding van meester Hendriks, op de afscheidsavond in de zesde klas een simpel fluitwerkje van Mozart!
Bibliotheek
Tegenover die school bevond zich Heeck’s boekhandel, gedreven door de heer en mevrouw Budde, die onder andere een leesbibliotheek bevatte waar mijn ouders en ook andere buurtbewoners hun literaire hart konden ophalen. Want er werd, in het pre-TV tijdperk, wat afgelezen. Een tante van mij nam voor mijn plezier vanaf het eerste nummer een abonnement op de Donald Duck. Zelf las ze de Margriet, die vervolgens met de Libelle van mijn moeder geruild werd. Want als vrouw van de wereld moest je op de hoogte blijven van de nieuwe modetrends en de laatste recepten. Dat spreekt.
Kampclub
Het verenigingsleven beperkte zich voor mij tot het lidmaatschap van de “Kampclub” van Sportpark de Ruijter. Fred Fontijn heeft daar elders in deze rubriek uitvoerig over geschreven. Trouw bezocht ik de wekelijkse clubavonden in de toneelzaal boven de Herman Gorterschool. Daar oefenden we onder de bezielende leiding van “ome Jan”, “ome Huib” (saxofoon) en “ome Thijs” (niet die van de voetbalpool) voor de jaarlijkse kampweek. Voor de jongsten in verenigingsgebouwen als de Paasheuvel in Vierhouten, voor de wat ouderen in tenten. We zongen kampliedjes en deden aan volksdansen.
Kamperen
Er was jaarlijks een stamppotavond gevolgd door een lampionnenoptocht door de wijk. Het had allemaal een doordringende spruitjesgeur maar je was van de straat. Zelf zag ik altijd op tegen die kampeerweek want ik kon slecht van huis zijn en had na twee dagen al heimwee. Wel zag ik daarentegen uit naar de kampeerweken met mijn vader en moeder en verder ook de hele buurt in Bakkum waar de meer geprivilegieerde wijkbewoners een vakantiehuisje bezaten. Deze werden ruimhartig met buren en kennissen gedeeld zodat ik daar al mijn vriendjes, ”tantes en omes” uit de buurt, waaronder de families Fontijn en Bouma, weer tegen kwam.
Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 3
Klik hier voor deel 4
Klik hier voor deel 5
Klik hier voor deel 6
Klik hier voor deel 8
Klik hier voor deel 9
Klik hier voor deel 10