Jan den Haenstraat – deel 10

Opgroeien in West in de jaren vijftig en zestig

Auteur: Frits Smit
1 Fan
Bos en Lommer

Dit is deel 10 in de reeks verhalen, waarin Frits Smit herinneringen ophaalt aan zijn jeugd in de Jan den Haenstraat in de buurt Bos en Lommer. Aspecten van het dagelijks leven, zoals wonen, middenstand, scholen, straatleven, openbaar vervoer en nog veel meer, worden op persoonlijke wijze beschreven en geven een mooi beeld van hoe het was om op te groeien in West in de jaren vijftig en zestig. In deel 10 beschrijft Frits het openbaar vervoer.

NZH-Tramstel op brug over de Prinsengracht bij de Rozengracht. Kort voor de opheffing van de Haarlemse Tram (Blauwe Tram Amsterdam - Haarlem – Zandvoort), ca 1957. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

NZH-Tramstel op brug over de Prinsengracht bij de Rozengracht. Kort voor de opheffing van de Haarlemse Tram (Blauwe Tram Amsterdam - Haarlem – Zandvoort), ca 1957. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

De Kikker
De buurt was met openbaar vervoer redelijk ontsloten. Als je naar het centrum wilde was er op de Admiraal de Ruijterweg de NZH lokaaltram van Sloterdijk naar de Spuistraat. Met vijftien cent per enkele reis was dat de goedkoopste verbinding met de binnenstad. Je kon opstappen bij de Rijpstraat of de Karel Doormanstraat. Het trammetje, Kikker genoemd naar zijn vroegere groene kleur en zijn wat springerige gang, bestond meestal uit een losse ouderwetse motorwagen (type Metallurgique, naar de Belgische fabrikant) Het “lage vloer” principe was nog onbekend. Je moest echt op het hoge balkon klimmen. De conducteur verkocht alleen enkele reizen en een eenvoudig bonnetje diende als plaatsbewijs. Karakteristiek waren de luchtfluit die bij elke straatkruising klonk en de luchtremmen die om de paar minuten “opgepompt” moesten worden. Binnen stonden rieten stoeltjes waarvan de leuning in de rijrichting geklapt kon worden zodat je altijd “vooruit” kon zitten. Klusje voor de conducteur die ook aan de eindpunten de sluitlantaarn moest omhangen en de wissels moest stellen. Vervelend was dat de kikker niet het Centraal Station aan deed. Wie met de trein mee moest was verplicht eerst naar de Krommert te lopen en daar tram 13 te nemen.

Over de Kikker is eerder gepubliceerd op deze site, zie De kikker in west

Met de tram naar Haarlem en Zandvoort
Voor een dagje uit reden van diezelfde NZH ook trams naar Haarlem en Zandvoort. Gekoppeld tot imposante tramtreinen reden de Budapesters of de Beijnestrams door de binnenstad op een speciaal smalspoor dat ze met een derde rail deelden met de gemeentetram. Pas vanaf de Admiraal de Ruijterweg hadden de trams een eigen vrije baan en kon de spat er in. Voor de “Haarlemse” moest je wel eerst naar de Krommert of naar Sloterdijk lopen want de tussenhaltes deden de interlokale trams niet aan. De NZH trams waren een bron van ergernis voor het GVB die er alles aan deed om hun concurrent weg te pesten. In 1954 verdween de Kikker, in 1957 gevolgd door de Haarlemmer. Maar daar kregen we iets voor terug.

Zie eerdere publicaties over dit onderwerp De blauwe tram en De tramlijn Amsterdam Haarlem in west

Rozengracht 84-86-88 enz. (v.r.n.l.). Gezicht op de Haarlemse Tram (Blauwe Tram met Budapester duw-trek fomatie uit 1924, rijtuig NZH B 462), ca. 1956. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Rozengracht 84-86-88 enz. (v.r.n.l.). Gezicht op de Haarlemse Tram (Blauwe Tram met Budapester duw-trek fomatie uit 1924, rijtuig NZH B 462), ca. 1956. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Met de bus naar Bosplan
Want naast trams reed door de Bestevaerstraat ook een bus F van het gemeentelijk vervoerbedrijf. Van het Bos en Lommerplein naar het Haarlemmermeerstation. Goed voor een zondags bezoek aan het “Bosplan” (Amsterdamse bos, overstappen bus H), voor ons een gewild uitstapje. We werden in West niet bepaald met het modernste materieel bedeeld. Dat ging naar Zuid, lijn E. Wij moesten het lang doen met de uit 1948 daterende “bordenbussen” (zo genoemd naar de houten koersborden aan de zijkant) van Kromhout-Verheul. Met naast de chauffeur nog een imposante motorkap waarop het geldbusje stond waarin je liefst gepast je muntjes voor de rit kon plengen waarna de bodem werd omgekiept en het geld in een kluisje belandde. Het besturen van de bussen waarin niets bekrachtigd was en alles op handwerk neerkwam vergde een ijzeren conditie van de chauffeur.

Verkeersongeval op de Admiraal de Ruijterweg: botsing tussen een bus van lijn F (autobus 159) en een Haarlemse Tram (Blauwe Tram; NZH), 9 juli 1953 Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Verkeersongeval op de Admiraal de Ruijterweg: botsing tussen een bus van lijn F (autobus 159) en een Haarlemse Tram (Blauwe Tram; NZH), 9 juli 1953 Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Buslijn 14
Na de afschaffing van de Sloterdijker tram werd een buslijn 14 in het leven geroepen tussen het intussen gebouwde station Sloterdijk en het Centraal station dat daardoor voor ons een stuk gemakkelijker bereikbaar was. Voor lijn 14 werden nieuwe bussen met een extra brede instap en een motor onder de vloer aangeschaft. Om het drukke verkeer door de smalle Bestevaerstraat mogelijk te maken werd het klinkerwegdek begin vijftiger jaren vervangen door asfalt. Een buitenkansje voor ons kinderen want wegenbouw geeft reuring. Met kiepauto’s werd een zand- en sintelbed gestort. Daaroverheen kwam het asfalt dat nog met stoomwalsen van de Utrechtse Maatschappij voor Wegenbouw werd vlak gereden. Allemaal machtig interessant. Maar toen de bussen eenmaal reden misten velen hun Kikkertje toch wel een beetje.

Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 3
Klik hier voor deel 4
Klik hier voor deel 5
Klik hier voor deel 6
Klik hier voor deel 7
Klik hier voor deel 8
Klik hier voor deel 9

Alle rechten voorbehouden

655 keer bekeken

Ron van Maanen

Jan den Haenstraat 14-3hoog

Geboren op bovenstaand adres in 1956. Verhuisd in 1966 naar Den Helder. Marine gezin. Mijn zus heet Jessica en is 4 jaar ouder dan ik. Vlak voor we verhuisden is mijn broer geboren, Richard.

Kan me de kleuterschool meer herinneren door de verhalen die ik van anderen heb gelezen. Die school heette toen al "de Narcis". Aan het eind van het jaar kreeg je een lepel. Die heb ik nog steeds al zal ik lang moeten zoeken.

Lagere school was de Israel Querido school waar ik nooit door was gekomen als we daar waren blijven wonen. Slechte herinneringen aan het eindeloos uit je hoofd leren van rijen plaatsen en provincies. Niets voor mij, wat me niet interesseert krijg ik er niet in. Gelukkig ging het in Den Helder wel goed.

De Rijpgracht bleef altijd trekken. Ben er ook wel eens in gevallen en door een oplettende jonge man uitgehaald. Hebben ze thuis gelukkig nooit geweten. Gewoon blijven lopen tot je weer helemaal droog bent.

De fam. Cortel kan ik me wel herinneren. Dat waren inderdaad de eersten met een auto en ook een tv. Ze hadden ook een dochtertje van mijn leeftijd en die heette Bertien als ik het goed heb. Verder kan ik mijn overbuurjongen nog voor de geest halen. Hij heette Wouter Bernard. Er woonde ook vlak bij de bakker ene Benno Bijlsma.

Onder ons woonde inderdaad de familie Stoeltie met mijn vriendje Rene, die geweldig kon natekenen. Hij is nu fotograaf en werkt samen met zijn vrouw voor een tijdschrift over interieurzaken.

Tussen ons en de fietsenstalling woonde nog een Fred de Ridder en Rudi de Groot. De vader van Rudi was geloof ik de tweede met een auto. Zo'n karreje met een trommel achterop waar het reservewiel in zat. Het aanslingeren van dat ding ging altijd gepaard met een hele hoop vloeken en schelden.

Mijn moeder was bevriend met Stien de Boer die net niet boven de stalling woonde. Zij had twee dochters, Carry en Marion.

Als we op het balkon stonden keken we tegen de achterkant van de Willem de Zwijgerlaan aan en daar woonde Leo van der Goot ( bekende Nederlander) Mijn zus was behoorlijk verliefd op die jongen.